Bernd Timmerman: Wageningen Universiteit doet denken aan de nadagen van de Sovjet - Unie. Hardliners proberen een systeem in stand te houden dat dood is

Op 13 februari 2014 nam Aalt Dijkhuizen na 12 jaar afscheid als voorzitter van de Raad van Bestuur van Wageningen UR. Het afscheid stond in het teken van de Gouden Driehoek, de samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen. Dijkhuizen had meer op met deze samenwerking dan met dierenwelzijn, biologische landbouw en milieu. Louise Fresco volgt Dijkhuizen op. Zij heeft de focus op gezonde voeding en is een aanhanger van het gedachtegoed van haar voorganger. Dijkhuizen vindt intensieve landbouw onmisbaar voor de bestrijding van honger in de wereld. In Trouw (3 augustus 2012) zegt hij: "Er zijn in 2050 zo'n negen miljard mensen op de wereld, twee miljard meer dan nu. Bovendien neemt de welvaart in opkomende economieën toe, waardoor de consumenten daar meer vlees en zuivel gaan gebruiken. Dat betekent dat de voedselproductie - voor mens en dier samen - per hectare moet verdubbelen." Het is zijn mantra: de intensieve landbouw is onmisbaar voor de samenleving van de toekomst. Wageningen Universiteit doet denken aan de nadagen van de Sovjet - Unie. De hardliners proberen een systeem in stand te houden dat dood is. De top benoemt een conservatieve geest. Fresco krijgt de zoenen op de wangen van de aanbidders van de uitbuiting van dieren.

Biologische boerderijen dragen aanzienlijk meer bij aan de algemene biodiversiteit dan gangbare landbouwbedrijven

Dat blijkt uit een omvangrijk onderzoek van de Universiteit van Oxford, dat de meetresultaten van meer dan 94 studies uit de afgelopen dertig jaar bundelt. Het Vlaams Infocentrum voor Land- en Tuinbouw (VILT) schrijft erover. Onderzoekers van de Universiteit van Oxford hebben een grootschalig biodiversiteitsonderzoek afgerond en gepubliceerd. Ze verzamelden 184 observatierapporten en 94 studies die de laatste dertig jaar gemaakt zijn en kwamen tot de volgende conclusie: de biodiversiteit op biologische landbouwbedrijven ligt gemiddeld 30 procent hoger dan op gangbare landbouwbedrijven.

Duitse boeren kunnen de enorme vraag naar biologische producten niet meer bijbenen

Duitsland is volgens het onderzoeksinstituut voor biologische landbouw na de Verenigde Staten de op één na grootste afzetmarkt voor biologische producten ter wereld. In 2012 ging er voor zo’n 7 miljard euro om in de sector. Ook in 2013 bleef de stijgende lijn behouden. “De marktontwikkeling is wederom positief en dat is hoopgevend”, bevestigt Stefan Zwoll, voorman van de bond van ecologische levensmiddelen tegenover de krant Handelsblatt. “Maar de boeren kunnen de vraag niet bijbenen.” Eén van de redenen is vraag naar biomassa voor energieopwekking. Hiervoor wordt mais verbouwd en dat levert meer op dan de biologische teelt van graan of andere gewassen. Zeker als alles verbouwd wordt volgens de biologische eisen, klaagt Zwoll. Door de enorme toename van de biomassa zijn ook de pacht- en koopprijzen voor akkers gestegen. “We vechten om hectaren, dat zie je overal in Duitsland.”

Zwitserse telers geven de goede richting aan - levensmiddelen weer meer uit regionale productie

Zwitserse telers verzamelen momenteel handtekeningen voor het initiatief 'Für mehr Ernährungssicherheit' (Voor meer voedselzekerheid). Het initiatief van het 'Schweizer Bauernverband' (SBV) wil dat levensmiddelen weer meer uit regionale productie gaan stammen. De initiatiefnemers en hun helpers wilden onder meer voor de ingang van Coop-, Migros- en Volg-filialen handtekeningen verzamelen. Teler Werner Locher vindt dat zinvol: "Voor dit initiatief ligt het voor de hand om daar handtekeningen te verzamelen waar boodschappen gedaan worden." De supermarkten stonden dit echter niet toe. Alle drie gaven daarvoor als reden aan dat zij principieel geen platform bieden voor politieke kwesties. Een makkelijk smoesje? Het initiatief zou de retailers namelijk een doorn in het oog kunnen zijn. Wanneer het initiatief zou worden aangenomen, zouden zij namelijk hun inkoopstrategie moeten veranderen en zouden ze minder producten mogen importeren. Dat denkt ook Locher: "Ze zijn bang dat de markt deels weer gedeliberaliseerd wordt."

Uit een recent Frans onderzoek blijkt dat pesticiden schadelijk zijn voor de hersenprestaties van boeren die er vaak aan worden blootgesteld

Hun cognitieve capaciteiten, dus hun leervermogen lijkt er schade door op te lopen. Vorige week werden de resultaten gepresenteerd tijdens een conferentie over veiligheid en gezondheid. Hieruit blijkt een duidelijke achteruitgang in de hersenprestaties van boeren in Zuidwest-Frankrijk die tijdens hun werk worden blootgesteld aan pesticiden. Dr Isabelle Bladi, specialist arbeidsomstandigheden aan de Bordeaux Segalen University legt uit dat dit onderzoek inderdaad ”verschillen laat zien in prestatietests tussen personen die beroepshalve blootgesteld aan pesticiden en zij die hier niet mee te maken hebben. ” De wetenschappers onderzochten honderden boeren in de Gironde-streek, vooral groentetelers die pesticiden gebruiken. In deze vochtige streek zijn dat vooral fungiciden, dat zijn schimmeldodende chemicaliën. De controlegroep werd gevormd door agrarische werkers die geen gif gebruikten. Hun vaardigheden werden in een looptijd van tientallen jaren drie keer getest. De monitoring bevestigde dat er bij de ‘pesticiden-groep’ cognitieve stoornissen optreden. zegt Dr Baldi.

Het gaat steeds slechter met de meeste Overijsselse weidevogels

Van de aantallen uit 1994 (het eerste jaar van het meetnet) is nog maar 42% over. Eerst waren het vooral de Grutto en de Veldleeuwerik die in aantallen afnamen. Sinds 2000 gaat het echter ook slecht met de Scholekster en de Kievit. De neerwaartse trend voor de Veldleeuwerik zet door. In verschillende delen van Salland en Twente zijn ze nu vrijwel verdwenen. Maar ook in sommige polders in West-Overijssel is sprake zijn van een achteruitgang. De informatie over de ontwikkelingen van de weidevogels is gebaseerd op het door de Provincie Overijssel in 1994 gestarte weidevogelmeetnet. Dit meetnet is bedoeld om de ontwikkelingen van de aantallen broedende weidevogels te volgen. Om het jaar wordt van 45 locaties (locaties zijn tussen de 50-100 ha groot) de weidevogelstand vastgesteld. Metingen werden in 2013 uitgevoerd door het bureau EcoGroen Advies uit Zwolle.

Het kabinet neemt het advies Gezondheidsraad over om een blootstellingsonderzoek te starten onder omwonenden van teelten met een intensief gebruik van pesticiden

Het kabinet neemt het advies van de Gezondheidsraad over om een meerjarig blootstellingsonderzoek te starten onder omwonenden van bollenvelden, fruitboomgaarden en andere teelten met een intensief gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Tegelijkertijd moet er ook naar de gezondheidseffecten worden gekeken. Het kabinet heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) al gevraagd voorbereidingen te treffen om een meerjarig blootstellingsonderzoek te kunnen starten. Dat schrijft staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu mede namens minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken aan de Tweede Kamer.

Beantwoording Kamervragen over het grondontsmettingsmiddel metam-natrium

Antwoorden van staatssecretaris Dijksma (EZ) op vragen van de Kamerleden Ouwehand (PvdD), Jacobi (PvdA), Van Gerven (SP), Graus (PVV), Schouw (D66), Klaver (GroenLinks) en Klein (50Plus) over de gevolgen van het grondontsmettingsmiddel metamnatrium op de volksgezondheid, het milieu en de natuur (bijlage). Dijksma gaat binnenkort in gesprek met landbouworganisatie LTO over het gebruik van het grondontsmettingsmiddel metam natrium. In een reactie schrijft de toxicoloog Henk Tennekes dat de hand van Jaap van Wenum van de LTO onmiskenbaar is bij de beantwoording van de Kamervragen. Tennekes wijst op de enorme gezondheidsrisico's voor omwonenden (van landbouwgebieden) die met het gebruik van dit grondontsmettingsmiddel verbonden zijn. Het heeft er alle schijn van dat deze risico's ondergeschikt worden gemaakt aan het overschot op de handelsbalans, aldus Tennekes.

Besluit Ctgb tot beperking van de toelating van de imidaclopridhoudende gewasbeschermingsmiddelen Admire, Gaucho Tuinbouw en Kohinor 700 WG

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft tijdens de collegevergadering van januari 2014 besloten tot beperking van de toelating van de imidaclopridhoudende gewasbeschermingsmiddelen Admire, Gaucho Tuinbouw en Kohinor 700 WG. Aanleiding daartoe is nieuwe wetenschappelijke kennis over emissies en restwaterzuivering en een recente publicatie over het effect van imidacloprid op waterorganismen. Het verzoek tot herregistratie van Gaucho per 31 januari 2014 is niet toegekend vanwege het risico van het middel voor vogels. In een reactie schrijft de toxicoloog Henk Tennekes dat het - gezien de extreme verontreiniging van het oppervlaktewater met imidacloprid die sinds 2004 vooral in het westen van Nederland goed gedocumenteerd is (zie bijgevoegde tabel) - absoluut onverteerbaar is dat het Ctgb sinds 2009 bij de (her)beoordeling van imidacloprid het werk van zeer gerenommeerde toxicologen buiten beschouwing heeft gelaten en pas maatregelen nam nadat na een inhaalslag (in het laboratorium van Paul van den Brink) in Wageningen de al lang bekende risico's van imidacloprid voor geleedpotigen volledig werden bevestigd.

De kaalslag in de duinen - Veel kenmerkende broedvogels, libellen en dagvlinders gaan achteruit

Veel vogelsoorten, waaronder vooral soorten van open duinen, zijn sinds 1990 achteruitgegaan.Veel dagvlinders komen in 1992 minder voor dan halverwege de vorige eeuw en een aantal soorten gaat ook na 1992 nog achteruit. Als geheel gaat de groep van libellen in de duinen sinds 1999 achteruit. De trend van drie soorten is nog onzeker en één soort, de paardenbijter vertoont een sterke achteruitgang. In het westen van Nederland is het oppervlaktewater sterk verontreinigd met pesticiden waaronder neonicotinoiden die uitzonderlijk giftig zijn voor ongewervelde dieren. Het gaat om de regio's Delfland, Rijnland en Bommelerwaard, waar de intensieve bollen- en bloementeelt grote hoeveelheden chemicaliën gebruikt. Gemiddeld verspreiden boeren zeven kilo chemicaliën over een hectare, in de bloembollenteelt is dat 42 kilo en in de bloementeelt 32 kilo. Deze milieuverontreiniging vormt een ernstige bedreiging voor ongewervelde dieren en soorten die van ongewervelde dieren afhankelijk zijn.