De ontoelaatbare vervuiling van het Nederlandse cultuurlandschap met imidacloprid werd 10 jaar lang stilzwijgend gedoogd door Ctgb, RIVM en de regering in Den Haag
Het RIVM heeft onlangs na analyse van 'nieuwere' gegevens geconcludeerd dat de waterkwaliteitsnorm voor lange-termijn blootstelling aan imidacloprid moet worden verlaagd van 67 naar 8,3 nanogram per liter oppervlaktewater. Wordt deze norm gehanteerd zijn er volgens de bestrijdingsmiddelenatlas in 2012 bijna overal in het land normoverschrijdingen met imidacloprid. Deze ontoelaatbare situatie bestaat nu al 10 jaar. Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat er een verband is tussen imidacloprid concentraties en de insectenrijkdom in het oppervlaktewater: http://dx.plos.org/10.1371/journal.pone.0062374. De resultaten bevestigen de conclusies van het in 2010 verschenen boek van de toxicoloog Henk Tennekes (The Systemic Insecticides: A Disaster in the Making"): chronische blootstelling van geleedpotigen (arthropoden) aan stoffen die onomkeerbare en zich stapelende beschadigingen in het centrale zenuwstelsel veroorzaken, leiden tot een milieuramp. Pas toen dit niet langer kon worden ontkend, heeft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) in januari 2014 besloten tot beperking van de toelating van de imidaclopridhoudende gewasbeschermingsmiddelen Admire, Gaucho Tuinbouw en Kohinor 700 WG.