Patrijs en kwartel steeds zeldzamer

Het is nog niet zo gek lang geleden, dat je bij een avondwandeling langs akkerranden en in houtwallen het vertrouwde en duidelijk herkenbare 'kir-ik' hoorde van de patrijzen Perdix perdix. Door de opmars van de mensen, de intensieve landbouw, het toenemend aantal roofdieren (vossen) en niet te vergeten de ruim twee miljoen honden in ons kleine land is het aantal patrijzen teruggebracht van 200.000, tot zo'n 10.000 broedpaartjes. Zeker in het Groene Hart is het een zeldzaamheid als je nog patrijzen ziet opvliegen en het is eigenlijk treurig dat deze gezellige scharrelaar uit de fazantenfamilie op de rode lijst terecht is gekomen.

Dat geldt al veel langer voor zijn familielid de kwartel Coturnix coturnix, die echter sinds kort aan een opvallend herstel werkt (volgens de vogeltellers van 3000 naar 5000 paartjes).

De kwartel is vrij gemakkelijk in gevangenschap te houden en ik maak me sterk, dat zeker de helft van de lezers wel eens kwarteleitjes heeft gegeten, zonder ooit een kwartel in het wild te hebben gezien. Toch is dat ook zeer goed mogelijk, want nog vorige maand zijn in de Krimpenerwaard zowel bij Berkenwoude als bij Haastrecht kwartels gesignaleerd.

Patrijzen duiken de laatste tijd weer vooral op ten westen van Hazerswoude-Dorp en wellicht helpt het nieuwe Bentwoud straks aan een betere bescherming van deze 28 tot 32 centimeter grote grondvogels. Want zij hebben nu eenmaal een hekel aan vliegen, drukken zich bij gevaar eerst dicht tegen de bodem en vliegen daarna pas laag over de grond weg.

Ondanks de oranje-bruine kop, de grijze borst, de strepen op de flanken en de zwarte U-vormige vlek op de buik is de patrijs een onopvallende vogel, die zich heel goed tussen laag struikgewas kan verstoppen. Het nest met de soms wel tien eieren wordt ook altijd op de grond gebouwd en dat maakt de patrijzen heel kwetsbaar.

De kleinere kwartel (18 centimeter) met een piepklein staartje heeft een nog grotere afkeer van vliegen, maar heeft een uitstekend camouflagekleed: zandkleurig met bruine vlekken en zwarte en witte (langs de kop) strepen.

Er zijn trouwens wel honderd soorten kwartels in de wereld en die mogen zich erop beroepen al in de bijbel te worden genoemd. Van oudsher golden kwartels en patrijzen als specialiteiten bij grootschalige diners.

Er is een menu bekend van een banket, gegeven door de aartsbisschop van York in 1466, waarbij honderd dozijn kwartels als hoofdgerecht werden opgediend.

Bij het uitkomen van de eieren doet zich bij deze vogels trouwens iets merkwaardigs voor. Fazanten, patrijzen en kwartels leggen zo eind mei bijna elke dag een ei en gaan pas na twee weken serieus broeden als het broedsel compleet is.

Toch komen de kuikens nagenoeg tegelijk uit het ei, terwijl er bij de onder een broedmachine geplaatste eieren wel twee weken tussen het tevoorschijn komen zat. Experimenterende biologen hebben onlangs ontdekt dat de kuikens twee dagen voor het uitkomen een gaatje in de eischaal pikken, gaan oefenen met longademhaling en dan gaan 'klikken', het maken van zachtjes tikkende geluiden van 80-120 keer per minuut.

Dat klikken stimuleert de nakomers in de naastgelegen eieren om ook eerder naar buiten te komen. Bij eieren, die meer dan 5 centimeter uit elkaar werden gelegd, kwamen de kuikens niet tegelijk tevoorschijn.

Tekst: Peter Dijkgraaf
Bron: Het Algemeen Dagblad, 11 juni 2009.
http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Binnenland/article/detail/421348/2009/06/11…