Lage insectenstand nekt de weidevogels

Het aantal weidevogels in Nederland is opnieuw gedaald. Onder meer de grutto’s (skriezen) Limosa limosa en kieviten (ljippen) Vanellus vanellus zijn minder te zien. Dat blijkt uit een in 2007 gepubliceerd onderzoek van Wetlands International. Mogelijk ligt het aan de hoeveelheid voedsel die voor de vogels beschikbaar is. Zo sterven veel insecten, het menu van veel weidevogels, door het gebruik van pesticiden.

Volgens Simon Delany van de stichting is de situatie in Nederland zorgelijk, zij het niet zo erg als in andere delen van de wereld. Wetlands International ziet dat de weidevogels gestaag in aantal afnemen zonder dat daar altijd een duidelijke oorzaak voor is. Mogelijk ligt het aan de hoeveelheid voedsel die voor de vogels beschikbaar is. Zo sterven veel insecten, het menu van veel weidevogels, door het gebruik van pesticiden.

De voorzitter van de Bond van Friese Vogelbeschermings Wachten (BFVW) Anne Osinga was vanochtend vroeg niet bereikbaar voor een commentaar. Onlangs gaf hij in deze krant al aan dat de kievit een goed broedseizoen achter de rug lijkt te hebben. ,,It koe minder”, aldus Osinga. Maar het kan altijd beter. De BFVW ziet graag dat de koeien weer eerder het land in gaan: hun stront trekt veel insecten. Volgens de BFVW sterven nog altijd te veel kievieten en grutto’s tijdens hun trek. Ze worden door de Fransen uit de lucht geschoten, om op de menukaart te belanden. Zomaar wat cijfers van enkele jaren geleden: 435.000 kieviten en 135.000 andere steltlopers, waaronder grutto’s, werden neergehaald boven Frankrijk.

Overigens verschijnen er diverse onderzoeken naar de weidevogelstand. Uit gegevens van BoerenNatuur van een jaar geleden bleek ook al dat het aantal weidevogels in heel Fryslân afneemt. Dien ten verstande dat juist in gebieden waar mozaïekbeheer wordt toegepast het aantal weidevogels wel tóeneemt. Bij mozaïekbeheer wordt het grasland in etappes gemaaid zodat bijvoorbeeld kuikens bij gevaar naar het hoge gras kunnen vluchten.

De ganzen en zwanen komen wél in toenemende mate naar Nederland. Zij komen voor het lekkere, groene gras. Dat is extra aantrekkelijk door de kunstmest. Verder laten mensen ganzen en zwanen met rust, en heten ze zelfs hartelijk welkom. In Fryslân zijn bijvoorbeeld veel ganzengedooggebieden. Boeren krijgen een vergoeding als zij ganzen laten foerageren op hun weilanden. De belangstelling hiervoor onder Friese boeren is groot.
Rotgans

In het maandblad Vogelnieuws stelt ganzenonderzoeker Bart Ebbinga van het onderzoeksinstituut dat het niet al te goed meer gaat met de rotgans (swartebúkrotgoes). Hun aantal is achteruitgegaan, mogelijk door de opwarming van de aarde, aldus Ebbinga. Hij doet al jaren onderzoek naar rotganzen op het Siberische schiereiland Tajmyr. Sinds 1990 constateert hij een dalend broedsucces. ,,Ik denk dat dit komt doordat de lemmingen (knaagdieren, red.) in hetzelfde gebied lijden onder de steeds vaker voorkomende winterse dooiperioden. Als de lemmingen het goed doen, doen ook de ganzen het goed. Maar vooral het omgekeerde is waar. Want roofdieren die geen lemmingen kunnen eten, storten zich op ganzeneieren en –jongen”, aldus Ebbinge.

Friesch Dagblad, Woensdag, 24 januari 2007
http://www.frieschdagblad.nl/index.asp?artID=32355