De steltlopers op de Slikken van Flakkee worden bedreigd door oppervlaktewaterverontreiniging met imidacloprid

De Grevelingen is een voormalige zeearm gelegen tussen Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland. Het is sinds de afsluiting door de Deltawerken het grootste zoutwatermeer van Europa en bevat een aantal eilanden waar uitgestrekte, soortenrijke duinvalleibegroeiingen en zilte pioniergemeenschappen voorkomen, alsmede uitgestrekte oeverlanden (onder meer de Slikken van Flakkee) met zilte begroeiingen, graslanden, ruigten, struwelen en bos. Na de afsluiting van de zeearm in 1971 is de Hompelvoet veranderd van een zandplaat tot een eiland met grote, open vlakten en ruige begroeiing. De Grevelingen is een zeer belangrijk broedgebied voor kustbroedvogels van zandplaten en schelpenstrandjes (kluut, bontbekplevier, strandplevier, grote stern, visdief en dwergstern). Vooral de broedpopulatie van de steltlopers die zich in de broedtijd op de Slikken van Flakkee voeden met insecten en andere ongewervelden (kluut, bontbekplevier, strandplevier) vertoonde de laatste decennia een sterke afname. Deze gegevens doen vermoeden dat er een gebrek aan ongewervelden als voedingsbron voor vogelsoorten is ontstaan in deze broedbiotoop. In 2007 zijn hoge normoverschrijdingen van imidacloprid gemeten in het oppervlaktewater van Goeree-Overflakkee die een dodelijke bedreiging voor ongewervelden vormen.

Direct na de afsluiting door de aanleg van de Brouwersdam in 1971 vestigde de bontbekplevier Charadrius hiaticula zich in de Grevelingen en de belangrijkste broedplaatsen waren de Slikken van Flakkee, Veermansplaten en Hompelvoet. De kluut Recurvirostra avosetta was van oudsher ook een broedvogel op de Slikken van Flakkee, de Hompelvoet en de Slikken van Bommenede. De Slikken van Flakkee zijn de belangrijkste broedplaats in Noordwest-Europa van de Strandplevier Charadrius alexandrinus. De grote stern Thalasseus sandvicensis broedt al van oudsher op de Hompelvoet. De afsluiting heeft daarin geen verandering gebracht. Pas na de afsluiting werd de Grevelingen een belangrijk broedgebied voor de dwergstern Sterna albifrons. Rond 1980 was op de Hompelvoet jaarlijks een kolonie aanwezig (circa 140 paren). Met name de Hompelvoet herbergt van oudsher een flinke kolonie visdieven Sterna hirundo.

In 2007 zijn hoge normoverschrijdingen van het insecticide imidacloprid (MTR norm: 13 nanogram/L) gemeten in het oppervlaktewater van Goeree-Overflakkee, die een dodelijke bedreiging voor ongewervelden vormen:
MIDDELHARNIS (17-7-2007): 115x boven de norm;
OUDE TONGE (24-5-2007): 67x boven de norm;
ACHTHUIZEN (24-5-2007): 45x boven de norm.
De metingen zijn afkomstig van de verschillende waterschappen en waterbeheerders: Bestrijdingsmiddelenatlas http://www.bestrijdingsmiddelenatlas.nl/

Er zijn dan ook aanwijzingen voor achteruitgang van insecten op de Slikken van Flakkee en de Hompelvoet. In Zuid-Holland komt de moshommel alleen nog maar voor in enkele buitendijkse gebieden in de Delta waaronder de Slikken van Flakkee en de Hompelvoet. Deze gebieden zijn in 2008 en 2009 door EIS-Nederland nader onderzocht, en de populatie van de moshommel op de Slikken van Flakkee is vermoedelijk klein. Op de Hompelvoet was de populatie rond 2000 groot, maar lijkt imiddels bijna verdwenen te zijn. Ook met de overige wilde bijensoorten van het eiland gaat het slecht.

Het aantal broedparen van bontbekplevier in de Grevelingen is sterk teruggelopen van circa 100 paren in de periode 1979-85 tot een niveau van rond de 20 paren in de periode 1993-2003. Ook de kluut is sterk achteruitgegaan van 592 paren in 1988 tot 163 paren in 2003. Eind 70-er jaren broedden ten minste 200 paren van de strandplevier in de Grevelingen maar sedertdien vond een gestage afname plaats tot het huidige niveau van ruim 60 paren. Het aantal broedparen van de Strandplevier op de Slikken van Flakkee is in 2008 verder gedaald tot 32 paren tegenover 62 paren in 2007.
Maximaal broedden in de Grevelingen 4.700 paren van de grote stern in 1986. Vanaf 1985 werd in de Grevelingen zowel op de Hompelvoet als op de plaat van Markenje gebroed, terwijl vanaf 1987 een deel van de Zeeuwse populatie ging broeden in de Westerschelde (Hooge Platen) en in België (Zeebrugge). In 2003 waren er weer 4.201 paren van de grote stern aanwezig in de Grevelingen, maar de laatste 2 jaren zijn geen broedende paren van de grote stern in het gebied waargenomen. De populatie van de grote stern in de Grevelingen moet waarschijnlijk als één geheel gezien worden met de populatie van de Westerschelde. De grote stern broedt verspreid over het Deltagebied in een beperkt aantal kolonies die geregeld van plaats wisselen. Rond 1980 was op de Hompelvoet jaarlijks een kolonie van de dwergstern aanwezig (circa 140 paren. Door vegetatiesuccessie werd de broedplaats ongeschikt en in het afgelopen decennium kwamen jaarlijks 2-39 paren tot broeden (het maximum werd in 2003 vastgesteld). Begin 80-er jaren waren er circa 800 paren visdieven. Daarna trad een achteruitgang op en in het afgelopen decennium broeden jaarlijks zo'n 250-600 paren in het gebied (maximaal 611 in 1999).

Bronnen:
http://public.deltares.nl/display/DV/Natura2000-Grevelingenmeer

Verdere informatie over de achteruitgang van de bontbekplevier:
http://www.boerenlandvogels.nl/content/de-bontbekplevier-dreigt-als-bro…-

Verdere informatie over de achteruitgang van de kluut:
http://www.boerenlandvogels.nl/content/extreme-oppervlaktewaterverontre…

Verdere informatie over de achteruitgang van de strandplevier:
http://www.boerenlandvogels.nl/content/insecticiden-oppervlaktewater-va…

Informatie over de landelijke ontwikkeling van de broedpopulatie van de grote stern:
http://www.boerenlandvogels.nl/content/na-1975-de-landelijke-broedpopul…

Informatie over de landelijke ontwikkeling van de broedpopulatie van visdieven:
http://www.boerenlandvogels.nl/content/de-landelijke-broedpopulatie-van…

Informatie over de landelijke ontwikkeling van de broedpopulatie van de dwergstern:
http://www.boerenlandvogels.nl/content/de-dwergstern-heeft-zich-grotend…