De dwergstern heeft zich grotendeels hersteld van de enorme achteruitgang in de jaren zestig

Het verspreidingsgebied van de dwergstern Sterna albifrons is in ons land beperkt tot een 30-tal broedplaatsen in het Wadden- en Deltagebied. Het verspreidingszwaartepunt van de huidige populatie bevindt zich in het Deltagebied, waar ongeveer 65% voorkomt, met belangrijke kolonies in het Haringvliet (Ventjagersplaten) en de Westerschelde. De nestplaats is gelegen op zand-, kiezel of schelpenbanken, meestal niet verder dan 150 m van open water vandaan. De dwergstern is tussen 1955 en 1967 enorm achteruitgegaan, mogelijk met een factor 10, van 1000 naar 100 broedparen, door gechloreerde koolwaterstoffen in het water. Na een verbod op de lozing van de belangrijkste boosdoeners in de Rijn vond weer een toename plaats. In 2005-2008 werd het aantal broedparen geschat op 465 - 850 paar. In Engeland ging het broedbestand in de periode 1990-2000 achteruit (gegevens Birdlife International, zie bijlage). De soort staat op de rode lijst van Duitsland als met uitsterven bedreigd.

De dwergstern zoekt zijn voedsel in helder zout of zoet water van 25-100 cm diepte dat niet te snel stroomt. Dwergsterns foerageren op vis die hooguit 9 cm lang is zoals zandspiering, sprot, kleine platvis en stekelbaarzen en kreeftachtigen.

Bronnen:
http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/documenten/profielen/vogels/…
http://nl.wikipedia.org/wiki/Dwergstern
http://www.aviflevoland.nl/html/Dwergstern.html
http://www.sovon.nl/soorten.asp?euring=6240&lang=nl
http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=vogels&record=Sterna…