Bodembehandeling met neonicotinoiden breekt de voedselketen en brengt de afbraak van organisch materiaal in gevaar

De meeste bodemorganismen leven op of in de bovenste laag van de grond en werken gezamenlijk aan het recyclen van organisch materiaal (zoals bladafval en andere plantenresten, uitwerpselen, kadavers etc.). Bodemdieren zoals miljoenpoten, pissebedden en regenwormen op en in de grond verkruimelen organisch materiaal dat vervolgens weer gegeten wordt door springstaarten, schimmels en bacteriën en verder afgebroken wordt tot bouwstenen die dan weer beschikbaar zijn voor de plantengroei. Behandeling van de bodem met langzaam afbreekbare neonicotinoide insecticiden betekent dat ongewervelde dieren in de bodem zullen worden gedecimeerd waardoor de voedselketen in de bodem gebroken wordt. Uit recent onderzoek is gebleken dat neonicotinoiden veruit de giftigste insecticiden voor regenwormen zijn (bijlage). Recent is ook aangetoond dat neonicotinoiden het bacterieleven in de bodem negatief beinvloeden (bijlage). De afbraak van organische stof zal hierdoor in gevaar komen (bijlage).

Bodemleven (bodembiodiversiteit) is een van de drie sleutelfactoren voor bodemvruchtbaarheid, naast voedingsstoffen en organische stof. Hoe rijker de bodembiodiversiteit, hoe beter ze zorgt voor het vrijkomen van voedingstoffen, en opbouw van bodemstructuur en humusgehalte voor voldoende bodemvocht. Hiermee levert bodembiodiversiteit een essentiële ecosysteemdienst voor de landbouw. Een goede bodemvruchtbaarheid is onmisbaar voor het op peil houden van de productie. Ook in natuurgebieden, parken en ander groen zijn planten en dieren afhankelijk van een vruchtbare bodem.

Bij een goede natuurlijke bodemvruchtbaarheid is minder kunstmest, water en grondbewerking nodig. Dit bespaart de aanvoer van eindige grondstoffen zoals fosfaatmest en fossiele brandstoffen. Ook spoelen minder nutriënten en bestrijdingsmiddelen naar grond- en oppervlaktewater uit.

Een goede bodemvruchtbaarheid vermindert erosiegevoeligheid, verbetert waterregulatie, verhoogt ziekte- en plaagwering, vergroot het zuiveringsvermogen en bevordert koolstofvastlegging (klimaat) in de bodem. Gangen van regenwormen kunnen een stevige stortbui (30 mm per uur per ha) opvangen en afvoeren. Bodembacteriën en bodemschimmels produceren antibiotica die helpen bij de ziekte- en plaagwering van gewassen. De bijdrage van bodemleven aan bodemvruchtbaarheid is een vorm van functionele agrarische biodiversiteit (FAB). FAB draagt bij aan een duurzame landbouw. Ook in natuurgebieden draagt het bodemleven bij aan behoud van biodiversiteit. Organische stof is de motor voor natuurlijke bodemvruchtbaarheid. Afname van organische stof werkt direct negatief door op de bodemvruchtbaarheid en de gewasopbrengst. Sommige kunstmeststoffen versnellen de afbraak van organische stof, met negatieve gevolgen voor de bodemstructuur. Kunstmest is ook schadelijk voor het bodemleven, waardoor weer minder voedingstoffen via natuurlijke afbraak beschikbaar komen. Gebruik van bestrijdingsmiddelen kan bodemverontreiniging veroorzaken en het bodemleven verstoren waardoor ziekten en plagen juist toe- in plaats van afnemen.

Bron: Biodiversiteit.nl
http://www.biodiversiteit.nl/biodiversiteit-is-levensbelang/ecosysteemd…