De hele gemeenschap van de bestuivende insecten kan plotseling ineenstorten met weinig hoop op herstel, stellen Wageningse onderzoekers

Wereldwijd hebben bestuivers het moeilijk. Insecticiden, parasieten, ziekten en verlies van leefgebied zitten de bestuivers in de weg. En ze hebben steeds meer moeite om te overleven. En wanneer hun omstandigheden verder verslechteren, ziet het er niet best uit, zo stellen Wageningse onderzoekers. Het kan wel eens leiden tot het uitsterven van heel veel soorten. Stel dat de omstandigheden van de bestuivers nog verder verslechteren: welke gevolgen heeft dat dan? Onderzoekers van de Wageningen University zochten het met behulp van wiskundige modellen uit. Ze tonen aan dat de toekomst van de bestuivers mede bepaald wordt door de manier waarop interactienetwerken in elkaar zitten. De structuur van deze netwerken zorgt ervoor dat bestuivers elkaar in moeilijke tijden ondersteunen. Het betekent tegelijkertijd dat soorten in één gebied in moeilijke tijden sterk van elkaar afhankelijk zijn. Wanneer de omstandigheden echt heel slecht worden, bestaat dus het gevaar dat de hele gemeenschap van bestuivers – denk aan bijen, vlinders, zweefvliegen, hommels, enzovoort – instort. En het is bijzonder lastig om zo’n ingestorte gemeenschap weer te herstellen. Daarvoor moeten de omstandigheden van deze soorten namelijk heel sterk verbeteren: nog sterker dan deze verslechterd zijn.

Redelijk alledaagse vogels als de spreeuw of scholekster kunnen binnen afzienbare tijd grotendeels uit Nederland zijn verdwenen

Nog 20 andere vogelsoorten die nu nog niet op de Nederlandse Rode Lijst staan, zullen volgen. Deze schokkende nieuwe cijfers zijn naar boven gekomen dankzij een nieuwe onderzoeksmethode die Vogelbescherming samen met Sovon Vogelonderzoek heeft ontwikkeld: het Early Warning en Alert Protocol (EWAP). Met behulp van het EWAP heeft Vogelbescherming Nederland de Oranje Lijst opgesteld. Daarop staan 22 soorten die nog niet aan de criteria van de Rode Lijst voldoen maar waarvan wordt aangenomen dat ze dat in de nabije toekomst wel zullen gaan doen. Het stoplicht staat voor deze vogels zeg maar op oranje. Het EWAP geeft een zorgwekkend signaal. Tussen de 22 soorten die op de Oranje Lijst staan, zitten ook veel doodgewone soorten als grote lijster (Turdus viscivorus), spreeuw (Sturnus vulgaris), kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus), scholekster (Haematopus ostralegus), torenvalk (Falco tinnunculus) of waterhoen (Gallinula chloropus). Soorten die we nu nog elke dag overal tegenkomen. Als we niet snel actie ondernemen zullen zelfs heel algemene vogels als scholekster en spreeuw straks een zeldzaamheid zijn.

De waterhoentjes worden steeds schaarser in Nederland

Vanaf december 2012 tot de zomer van 2015 wordt in het kader van een atlasproject de vogelstand in Nederland opnieuw in kaart gebracht. Het onderzoek toont nu al af en toe opvallende trends. Zo lijkt het helemaal niet zo goed te gaan met het waterhoen, toch een van de algemenere vogels van ons land en een soort die je zelfs in veel sloten en stadsvijvers aantreft. Veel tellers bleken desondanks opvallend veel moeite te hebben om waterhoentjes te vinden. De structurele achteruitgang van het waterhoen (Gallinula chloropus) tekent zich al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw af. Het waterhoen voedt zich met waterplanten, grassen, insecten en kikkervisjes.

De unieke Cerrado wordt het kind van de rekening van Braziliaanse sojaproductie

De Europese Unie importeert jaarlijks 39 miljoen ton soja, waarvan 20 miljoen ton uit Brazilië. Steeds vaker komt deze soja uit de Braziliaanse Cerrado, een ecosysteem van twee miljoen vierkante kilometer met een biodiversiteit die deze van het Amazonegebied evenaart. Cerrado en Caatinga vormen 1/3 van het nationaal territorium van Brazilië. Deze twee natuursystemen zijn onmisbare ecologische schakels in het land. De ontbossing in de Cerrado is vandaag twee keer groter dan in het Amazonegebied. De belangrijkste rivieren van Brazilië ontspringen in de Cerrado. Het ondergrondse waterreservoir Guarani is voor de aanvoer van water afhankelijk van gebieden in de Cerrado. De regen en de rivieren in centraal-Brazilië zijn cruciaal voor de energievoorziening. Ongeveer 95 % van de Brazilianen zijn hiervan afhankelijk. Nergens ter wereld vinden we dergelijke natuursystemen met zo’n hoge biodiversiteit. De plaatselijke bevolking kan een gezonde economie uitbouwen op basis van de honderden soorten vruchten uit de regio. In de Cerrado overleven veel soorten die bedreigd zijn door de vernietiging van het Atlantisch Woud. Als de Cerrado en de Caatinga ten ondergaan, dan zijn de andere ecosystemen ook bedreigd.

In 2013 werd overal in de wereld strijd geleverd tussen voor- en tegenstanders van genetisch gewijzigde organismen (ggo's)

Het jaar begon met een opvallende waarschuwing van het Europese Milieuagentschap (EEA): de Europese Unie heeft niets geleerd van milieurampen in het verleden, zoals het gebruik van het insecticide DDT of kernrampen. Als er destijds beter geluisterd was naar de vroege waarschuwingen over de gevaren, hadden er duizenden levens gered kunnen worden en had grote schade aan ecosystemen vermeden kunnen worden, stelt het EEA. Maar nu nog maakt de unie exact dezelfde fouten met nieuwe technologieën, waaronder genetische manipulatie. Dat voorstanders van de genetische manipulatie een harde lobbycampagne voeren, was al bekend. Dit jaar bleek dat het niet enkel om bedrijven gaat, maar ook om een georkestreerde campagne vanuit de Amerikaanse overheid. Diplomaten hebben keihard gelobbyd in Europese en andere landen om het verzet tegen genetisch gewijzigde gewassen te breken.

In de EU zijn meer dan 186.000 biologische land- en tuinbouwbedrijven die samen 9,6 miljoen hectare bewerken

Dat is 5,4% van het Europese landbouwareaal. Van het totale aantal biologische bedrijven komt 83% uit de 15 oude lidstaten van de Europese Unie. Van het biologische areaal wordt ongeveer 45% gebruikt voor blijven grasland, 15% wordt benut voor de teelt van granen en 13% voor permanente teelten zoals fruit- en olijfbomen. Biologische bedrijven zijn over de gehele Europese Unie gemiddeld groter dan gangbare bedrijven en de bedrijfsleiders zijn gemiddeld jonger. Tussen 2002 en 2011 is het Europese biologisch areaal inclusief de grond in omschakeling toegenomen van 5,7 naar 9,6 miljoen hectare. Gemiddeld komt er elk jaar 6% aan areaal voor biologische landbouw bij. In de nieuwe lidstaten is dat inmiddels 13% per jaar. Toch ligt 78% van de grond van biologische bedrijven in de 15 oude EU-lidstaten.

Nederlandse hoogleraar (UvA) zet een respectabele Franse wetenschapper weg als een fraudeur

Louise Fresco is een in Wageningen geschoolde vooraanstaande voedseldeskundige en tegenwoordig hoogleraar duurzaamheid aan de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast is ze onder meer commissaris bij de Rabobank, lid van de raad van bestuur van Unilever, adviseur van de WHO en lid van de Trilaterale Commissie. De Rabobank geldt als een spin in het web van de gentech-industrie in de landbouw. Het helpt bedrijven als Monsanto, Syngenta, Pioneer, Dow Agro Science en Bayer Crop Science om hun GM-zaden te verkopen. In het voorjaar van 2013 pleitte Louise Fresco in het tijdschrift Science voor het versneld toelaten van nieuwe gentech-gewassen, want die zouden de wereld moeten gaan voeden. Het bewijs dat ze dat niet doen en dat er hele andere oplossingen nodig zijn is overweldigend. Zo zeer zelfs dat Rob Janssen van de lobbyorganisatie NIABA in 2008 toegaf dat de biotech-industrie het hongerargument jarenlang had misbruikt en dit niet meer te zullen doen. In die tijd had de industrie grote verwachtingen van de markt voor biobrandstoffen, waardoor voedselzekerheid als argument voor GGO’s niet meer in hun straatje paste. Nu is dat argument weer helemaal terug, waarbij Fresco zelfs zo ver gaat de biologische landbouw ervan te beschuldigen een gevaar te zijn voor de voedselzekerheid.

Twee landbouwbestrijdingsmiddelen uit de familie der neonicotinoïden zijn mogelijk schadelijk voor ongeboren kinderen

Daarvoor waarschuwt het Europese Agentschap voor Voedselveiligheid (EFSA). De instantie vermoedt dat de middelen imidacloprid en acetamiprid de hersenontwikkeling schaden als zwangere vrouwen eraan blootgesteld worden. ‘Ze hebben mogelijk een negatief effect op de ontwikkeling van neuronen en hersenstructuren met leer- en geheugenfuncties’, aldus het onlangs gepubliceerde adviesrapport. Eerder wetenschappelijk onderzoek heeft een uitgebreide database met resultaten opgeleverd, aldus het rapport van de EFSA, maar nader onderzoek is nodig om de exacte effecten in kaart te brengen. Er is steeds meer bewijs voor de schadelijkheid van neonicotinoïden voor bloembezoekende insecten als honingbijen en vlinders. De Europese Commissie heeft een moratorium uitgevaardigd op de drie neonicotinoïden clothiadinin, imidacloprid en thiamethoxam. Ze worden veelal toegepast in bestrijdingsmiddelen waarin de zaden van onder meer maïs en veel groentesoorten gedompeld worden. Het middel verspreidt zich door de hele plant, inclusief nectar en stuifmeel. Zo zijn de middelen niet alleen dodelijk voor insecten als ritnaald, maar ook voor onschadelijke bestuivers.

Terwijl de bezorgdheid over de risico's toeneemt, breidt het Ctgb de toepassingen van glyfosaat uit

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft tijdens de vergadering van 18 december 2013 besloten tot de toelating van vier nieuwe gewasbeschermingsmiddelen. Het Ctgb besloot ook tot uitbreiding van de toelating voor Panic Free, een middel op basis van de werkzame stof glyfosaat. De uitbreiding betreft het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel met de behandeling van de zwarte strook in de teelt van de steenvruchten. De nieuwe middelen met een toelating zijn Narita (een schimmelbestrijdingsmiddel op basis van de werkzame stof difenoconazool dat wordt toegelaten voor gewasbehandelingen in aardappelen), Balear 720 SC (een schimmelbestrijdingsmiddel op basis van de werkzame stof chloorthalonil dat wordt toegelaten in de teelt van wintertarwe, wintergerst, zomertarwe en zomergerst), Abringo (een schimmelbestrijdingsmiddel op basis van de werkzame stof chloorthalonil dat wordt toegelaten in de teelt van wintertarwe en zomertarwe) en Regalis Plus (een middel op basis van de werkzame stof prohexadion-calcium dat wordt toegelaten als groeiregulator in appel en peer. Het middel wordt tevens toegepast als kleine toepassing in druif).

EU-VS Vrijhandelsverdrag bedreigt de cultuur en de zelfbeschikking van de lidstaten

Niemand heeft het erover, maar vandaag is de derde onderhandelingsronde over het EU-VS Vrijhandelsverdrag van start gegaan. De onbekendheid van deze ingrijpende gebeurtenis is geen toeval. Politici willen namelijk niet dat u hier zicht op heeft - laat staan dat u zich er mee bemoeit. Door Barroso, voorzitter van de Europese Commissie, is politici opgedragen steeds te herhalen dat het beoogde verdrag ‘groei en arbeidsplaatsen oplevert’, en dat bezwaren ertegen - wat die ook maar mogen zijn - , 'ongegrond' zijn. Barroso gaf onze politieke managers deze boodschap op vrijdag 22 november j.l. - toen zij werden geïnstrueerd over het ‘communiceren’ van het vrijhandelsverdrag. Ondertussen blijven alle daadwerkelijke afspraken geheim. We kunnen op geen enkele manier controleren of onze bezwaren inderdaad ‘ongegrond’ zijn. Net als met EU-regelgeving is het met dit verdrag: hoe minder er over gesproken wordt, hoe beter. Wanneer politici en bureaucraten in de schaduw hun plannen kunnen voortzetten en ze naar buiten toe rookgordijnen kunnen optrekken over ‘win-win situaties’, hebben die plannen de meeste kans van slagen. Want geen enkele bevolking die haar democratische rechten serieus neemt zou de implicaties van een vrijhandelsverdrag zomaar accepteren. Daarom zou geen enkele bevolking de huidige geheimhouding moeten tolereren. Het veelomvattende vrijhandelsverdrag dat nu wordt opgetuigd behoort onderwerp te zijn van een voortdurend publiek debat.