Neonicotinoïden en de insectenmoord - we laten het gewoon gebeuren

Het is dramatisch gesteld met veel bijen, hommels en andere bestuivers. Talrijke soorten staan op het punt te verdwijnen. Dat brengt ook de voedselproductie en de werkgelegenheid in gevaar, waarschuwen de Verenigde Naties in een gisteren verschenen rapport. De conclusies stemmen niet vrolijk. Vooral ongewervelde bestuivers, zoals bijen, vlinders en kevers, hebben het moeilijk; twee op de vijf soorten worden met uitsterven bedreigd. Ook de gewervelde soorten, waaronder vogels en vleermuizen, verkeren in nood; van één op de zes lijken de dagen geteld. Dat kan desastreuze gevolgen hebben voor de landbouw, want de meeste vruchten komen niet tot ontwikkeling als een gewas onbestoven blijft. Appels, bessen, koffiebonen, niets groeit meer als de bestuivers wegvallen. De opstellers van het rapport schatten dat de wereldvoedselproductie voor 214 à 526 miljard euro afhankelijk is van de fladderende zaadverslepers.

VAN CHEMIE NAAR ECOLOGIE - PERSPECTIEVEN VOOR ECOLOGISCHE GEWASBESCHERMING

Er ligt een deken van gif over het Nederlandse boerenland, zo schetst Frank Berendse van de WUR een allesbehalve romantisch beeld van het hedendaagse agrarische landschap. Deels is dat te danken aan een groep insectendoders, die de EU in de ban gaat doen. Het verhaal van de eerste spreker tijdens het symposium Van chemie naar ecologie, op 19 februari bij de KNAW, is niet mis. De zaal krijgt te horen dat de vrij recent ontwikkelde neonicotinoïden, zogeheten ‘systemische insectendoders’, voor de natuur een ramp betekenen. Diverse studies wijzen er op dat 80 tot 95 procent van de ‘neonics’ in bodem en oppervlaktewater terecht komt. Daar richt het schade aan aan allerlei insecten die van belang zijn voor bodemvruchtbaarheid, de biologische bestrijding van plagen of een belangrijke voedselbron zijn voor insectenetende vogels. Na een tijdelijk moratorium, enkele jaren geleden opgelegd door de EU, heeft Brussel nu besloten ze uit te faseren.

De fazant wordt uitgemoord door de neonicotinoïden

De fazant (Phasianus colchicus) kan ons op veel verschillende manieren bekoren: als spectaculair fraaie verschijning in de natuur, als aantrekkelijke jachtvogel en als leverancier van het basismateriaal voor het hoogste culinaire genieten. In Europa staat de stand van de fazanten onder druk, ook in Nederland is deze trend duidelijk waarneembaar. Vooral landbouwgebieden waar veel granen en maïs staan die regelmatig worden behandeld tegen insecten en schimmels is de stand drastisch afgenomen. Vooral het feit dat er dan nauwelijks dode volwassen fazanten worden aangetroffen en geen kuikens, is het bewijs dat hier heel goed onderzoek naar wordt gedaan, net zoals dit heeft plaatsgevonden voor de bijenstand. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen kan funest zijn voor de overleving van de kuikens. Zeker als het zaaigoed al behandeld wordt met anti-insecten middelen, zoals de neonicotinoïden.

Jaco Geurts (CDA) geeft blijk van de door imidacloprid veroorzaakte insecten schaarste niets begrepen te hebben

In het dertigledendebat van de Tweede Kamer van 27 januari 2016 over de toestand van de natuur in Nederland zei het CDA- kamerlid Jaco Geurts het volgende: “Voorzitter. Het gaat goed met de natuur in Nederland. Veel broed- en watervogels nemen in aantal toe. Op dit punt doen wij het beter dan gemiddeld in Europa. Dat blijkt uit het in 2015 verschenen rapport State of nature in the EU van het Europees Milieuagentschap. Ook de toestand van de habitat stabiliseert, zoals blijkt uit het in november jongstleden verschenen Living Planet Report van het Wereld Natuur Fonds. Daarin staat dat sinds 1990 de populatie vaneen aantal diersoorten met gemiddeld 15% is toegenomen. Het CDA wil dat wij verdergaan met deze verbetering…..  Ik heb hier een Sovon-rapport met heel veel grafieken over hoe het met de vogelsoorten in Nederland gaat. Ik heb geel gemaakt welke soorten het heel goed doen: purperreiger, ooievaar, lepelaar, zeearend, havik, buizerd, et cetera.” Dit is een totale miskenning van de catastrofale achteruitgang van insecten-afhankelijke soorten die wordt veroorzaakt door grootschalige verontreiniging van het cultuurlandschap met neonicotinoïde insecticiden, met name imidacloprid. De vogelsoorten die de heer Geurts noemt zijn niet afhankelijk van insecten.

Europese vereniging voor Agro-Ecologie opgericht

Ter bevordering van agro-ecologie is een Europese vereniging opgestart in België. De 19 oprichters van "Agroecology Europe", afkomstig uit tien verschillende landen, kwamen eind vorige maand voor de eerste keer samen op het "Domaine de Graux", dicht bij Doornik. De hoofdzetel van de internationale vzw komt in België te liggen. Agro-ecologie kent vele definities, maar komt er steeds op neer een productieve landbouw na te streven met respect voor en medewerking van het milieu en de samenleving. "Agroecology Europe" is de tweede vereniging die zich op wereldniveau achter agro-ecologie schaart, na de SOCLA uit Latijns-Amerika. Verwacht wordt dat Noord-Amerika de komende maanden met een soortgelijk initiatief op de proppen komt. Soortgelijke initiatieven bestaan ook in Nederland. Claudia Külling en Henk Tennekes ontvouwden in december op een Down2Earth symposium in Wageningen een Deltaplan Agro-Ecologie om een einde te maken de industriële landbouw die na de Tweede Wereldoorlog overbemesting, bodemdegradatie, milieuverontreiniging met bestrijdingsmiddelen, een ontstellend verlies van biodiversiteit, en een explosieve toename van neurologische afwijkingen bij jonge kinderen in Nederland heeft veroorzaakt.

In de EU zijn honderden bestrijdingsmiddelen toegelaten waarvan de risico's niet goed in kaart zijn gebracht

De Europese Commissie (EC) heeft jaren te makkelijk nieuwe bestrijdingsmiddelen op de Europese markt toegelaten, zonder dat er harde gegevens bekend waren over de veiligheid voor dier, mens en milieu. Het ging onder meer om neonicotinoïden, pesticiden die in opspraak kwamen omdat ze dodelijk zijn voor meer dieren dan waarvoor ze mogen worden gebruikt. Volgens de Europese ombudsman Emily O'Reilly heeft het EU-directoraat-generaal voor gezondheid en voedselveiligheid (DG Sanco) in strijd met Europese richtlijnen middelen toegelaten waarvan de risico's onvoldoende bekend waren. O'Reilly spreekt van onwettige praktijken. Zij concludeert dat na een klacht die PAN Europe, het Pesticide Action Network, dat 600 milieuorganisaties vertegenwoordigt, in 2012 indiende. De ombudsman kan geen sancties opleggen. DG Sanco voerde in 2005 een werkwijze in die het fabrikanten van bestrijdingsmiddelen mogelijk maakt hun producten al op de markt te brengen zonder de vereiste risicostudies. Die onderzoeken, zoals dierproeven, mochten ze achteraf inleveren. Volgens Hans Muilerman van PAN is dat maar mondjesmaat gebeurd. PAN publiceerde in 2012 een rapport waaruit bleek dat de nieuwe werkwijze bijna standaard werd toegepast, in strijd met de eigen Europese richtlijnen. "De Europese ombudsman heeft ons op veel punten gelijk gegeven. Dit misbruik van Europese regels is al tien jaar aan de gang. Er zijn honderden middelen toegelaten waarvan de risico's voor vogels, zoogdieren en oppervlaktewater niet goed in kaart zijn gebracht."

Reactie van Henk Tennekes en collega wetenschappers op de risico beoordeling van imidacloprid door de EPA

OPP Docket

Environmental Protection Agency Docket Center

(EPA/DC), (28221T)

1200 Pennsylvania Ave. NW.

Washington, DC 20460-0001

Re: Pollinator Ecological Risk Assessments: Imidacloprid Registration Review

EPA-HQ-OPP-2008-0844

To whom it may concern,

We would like to offer some comments on the regulatory endpoints that are proposed in the first Preliminary Pollinator Assessment to Support the Registration Review of Imidacloprid (January 4th, 2016).

Volgens de FAO loopt wereldwijd 17 procent van de gedomesticeerde dierenrassen het risico op uitsterven

In totaal zou wereldwijd zo’n 17 procent, of 1.458 rassen, met uitsterven bedreigd zijn. Volgens de Slow Food Foundation for Biodiversity, een organisatie die zich inzet voor biodiversiteit, zijn daar ook vier Belgische rassen bij: de Waalse zwarte, het Belgisch melkschaap, de Mechelse koekoek en het runderras West-Vlaams rood. Belangrijke nuance: van 58 procent is niets geweten door een gebrek aan gegevens, dus potentieel ligt het cijfer bedreigde rassen nog een stuk hoger. Tussen 2000 en 2014 zouden ongeveer 100 rassen uitgestorven zijn. Van het Belgisch melkschaap, bijvoorbeeld, waren er in België honderd jaar geleden nog 200.000, terwijl er in 2011 nog maar 1.200 geteld werden. En hoewel de populatie van het West-Vlaams rood in de laatste 15 jaar een kleine heropleving kent - ze steeg van 300 naar 1.200 - staat dat nog in schril contrast met de ruim 25.000 exemplaren die in de jaren 1970 geteld werden. Ook met de kippenrassen Waalse zwarte en Mechelse koekoek gaat het de verkeerde kant op.

De centrale these in het boek "Disaster in the Making" van Henk Tennekes wordt bevestigd door onderzoekers uit Krefeld

Entomologen uit Krefeld hebben bij het inventariseren van insecten een onrustbarende ontdekking gedaan: sinds 1989 is de hoeveelheid insecten op twee plaatsen in het natuurgebied Orbroicher Bruch met meer dan drie-kwart gedaald (zie bijgevoegde publicaties in het Duits en Engels). De onderzoekers hebben de metingen op precies dezelfde manier uitgevoerd als in 1989; op dezelfde plaats, volgens dezelfde methode en door dezelfde mensen. "Zo kunnen de cijfers betrouwbaar worden vergeleken" benadrukken de entomologen. Twee zogenaamde malaise insectenvallen werden in een weiland op circa 50 meter afstand geplaatst om over een periode van vele maanden insecten te vangen en te wegen. Terwijl in 1989 op die manier 1,4 kg insecten werden gevangen, waren het er nu nog maar minder dan 300 gram. Volgens de entomologen heeft deze dramatische achteruitgang ernstige consequenties voor het ecosysteem: alle insectenetende dieren worden met uitsterven bedreigd en eco-systemische functies, waaronder bestuiving, ontledingsprocessen of de bodemkwaliteit, komen ernstig onder druk te staan. De gegevens uit Krefeld vormen ook een bevestiging van de in 2010 geformuleerde these van Henk Tennekes dat het grootschalige gebruik van neonicotinoide insecticiden in de landbouw insecten zal uitroeien.

Een verbod op imida­cloprid in tuinbouwkassen is volgens SGP-Kamerlid Dijkgraaf „juridisch boterzacht.”

Staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) bereidt zo’n verbod voor. Hij verdedigde dat vorige maand in de Tweede Kamer. Alleen als dit voorjaar blijkt dat de verontreiniging van oppervlaktewater in tuinbouwgebieden met het middel sterk is gedaald, komt het verbod er niet. Dijkgraaf maakte dinsdag bekend dat nationale en Europese wetgeving nauwelijks ruimte biedt voor zo’n verbod. Die is er alleen in gebieden die op grond van de zogeheten Kaderrichtlijn Water beschermd moeten worden. „Een groot deel van de glastuinbouw­gebieden valt daar niet onder.” De SGP’er wil de landsadvocaat om advies vragen. Daarvoor is een Kamermeerderheid noodzakelijk. De Kamer vergadert later deze maand weer over imidacloprid.