Minister Schouten: ‘Gebruik gewasbeschermingsmiddelen moet radicaal anders’

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen moet volgens minister Carola Schouten “radicaal anders”. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wil dat er drastisch minder bestrijdingsmiddelen worden gespoten. “Ik merk dat die discussie zich steeds meer verhardt, dat partijen tegen over elkaar komen te staan”, aldus Schouten. In een interview aan ZEMBLA reageert Schouten namens het kabinet voor het eerst op de resultaten van het Onderzoek Blootstelling Omwonenden (OBO) dat in opdracht van de overheid in de afgelopen jaren is uitgevoerd. Volgens het RIVM dat het onderzoek heeft gecoördineerd, kent de huidige risicobeoordeling van bestrijdingsmiddelen tekortkomingen waardoor de veiligheid van jonge kinderen niet is gegarandeerd.

Uit het onderzoek blijkt dat bij omwonenden van bollenvelden hogere concentraties aan bestrijdingsmiddelen in de lucht en in huisstof worden aangetroffen dan mensen die verderop wonen. Volgens het RIVM overschrijden de gemeten gehalten in lucht en urine niet de bestaande risiconormen. Tegelijkertijd geeft het RIVM aan dat er relevante tekortkomingen in de huidige risicobeoordeling zitten. Zo wordt bij de berekening van veilige risicogrenzen geen rekening gehouden met de blootstelling via huisstof.

Mark Montforts, onderzoeker bij het RIVM zegt dat de modellen voor huisstof er nog niet zijn: “Nee, op dit moment zijn die er nog niet. Wij bevelen ook aan om dat verder te nemen: ontwikkel iets voor dat huisstof en maak die risicoberekeningen. “

Bron: Zembla 10-04-19
https://zembla.bnnvara.nl/nieuws/minister-schouten-gebruik-gewasbescher…

Henk Tennekes

do, 11/04/2019 - 11:49

De principiële fout in de huidige landbouw is het gebruik van bestrijdingsmiddelen die gevolg zijn van schaalvergroting en die voor sterk verhoogde efficiëntie in de voedselproductie hebben gezorgd. De keerzijde is dat mens en dier worden blootgesteld aan residuen van giftige stoffen. Met het adagium dat de dosis het gif maakt hebben we de mogelijke schadelijke werkingen op mens en natuur gerelativeerd. Het verlies van biodiversiteit is echter onmiskenbaar, en het begin van deze ontwikkeling valt samen met de invoering van bestrijdingsmiddelen. Effecten op de gezondheid van de mens zijn moeilijk aantoonbaar, maar over de blootstelling van de mens aan bestrijdingsmiddelen via de voeding of door verblijf in de nabijheid van de teelt van cultuurgewassen bestaat geen enkele twijfel. Het is nu duidelijk geworden dat een giftige werking een samenspel is van dosis en blootstellingsduur, waardoor vele veiligheidsnormen op losse schroeven zijn komen te staan. De huidige landbouw gaat gepaard met risico's voor de gezondheid van mens en natuur. Steeds minder mensen zijn bereid voor hun voeding deze risico's op de koop toe te nemen. Als dit inzicht niet door regeringsbeleid in Den Haag en Brussel wordt geconcretiseerd, zal het consumentengedrag de noodzakelijke ecologische transitie in de landbouw bewerkstelligen.