Vuursalamander met uitsterven bedreigd

Het gaat niet goed met de vuursalamander (Salamandra salamandra), één van de grootste Europese amfibieën met een onmiskenbaar kleurpatroon; een zwarte kleur met gele vlekken en strepen. Hij wordt zelfs met uitsterven bedreigd. Dat is ernstig, want het is een van de in totaal maar zestien soorten amfibieën in Nederland. De vuursalamander komt voor in Zuid-Limburg. Een paar jaar terug werden er nog honderden gespot, nu zijn het er nog maar een paar. De vuursalamander laat op basis van de monitoringsdata in de periode 1997-2011 een sterke afname zien. De jaarlijkse achteruitgang is gemiddeld 9%. Over de hele periode is er sprake van een achteruitgang van 75%. Hoewel er over de hele periode sprake is van variatie in het waargenomen aantal dieren, is het aantal vuursalamanders in 2011 opvallend laag. Een bekende oorzaak voor de achteruitgang en het uitsterven van amfibieën wereldwijd is chytridiomycose.

Het aantal wespendieven op de Veluwe neemt vanaf de jaren negentig beduidend af

Voor een goed natuurlijk evenwicht op de Veluwe zouden er ongeveer 150 paren wespendieven moeten zijn. Dat zijn er nu ongeveer 90. Dit blijkt uit onderzoek in opdracht van de provincie. Het onderzoek is in opdracht van de provincie Gelderland vond plaats in twee gebieden op de Veluwe en in de buurt van Lochem (bijlage). Om gegevens te verzamelen zijn de vogels tussen 2008 en 2010 intensief gevolgd. Een van de mogelijke oorzaken van de achteruitgang heeft te maken met wespen.

Het ultieme bewijs dat imidacloprid bijensterfte veroorzaakt is geleverd

Het ultieme bewijs voor de bepalende rol van het neonicotinoide insecticide imidacloprid bij de sinds enkele jaren sterk verhoogde bijenvolksterfte (tabel 5 in de bijlage) wordt geleverd met een wiskundige vergelijking [Ln t50 (uren) = 5.11 – 0.22 Ln c (microgram L-1 of kg-1)] die het verband beschrijft tussen de blootstellingsconcentraties (c) en blootstellingstijd totdat een dodelijke werking (t50) optreedt. Als je dus weet met hoeveel imidacloprid de nectar en het stuifmeel (dat was meegenomen naar de bijenkast) besmet waren, kun je uitrekenen na hoeveel tijd bijensterfte zal optreden. Dat bleek in het onderhavige geval (op basis van literatuurgegevens) binnen 14 dagen te zijn. Aangezien winterbijen een levensverwachting van enkele maanden hebben, betekent deze dodelijke werking dus gegarandeerd het einde van een bijenvolk.

Een grote doorbraak - Het werk van de Nederlandse toxicoloog Henk Tennekes wordt nu omarmd door EFSA

Een kwestie die de Europese voedselautoriteit (EFSA) onder grote druk opnieuw tegen het licht houdt: de schadelijkheid van een in de jaren negentig geïntroduceerde nieuwe soort pesticiden. De aanwijzingen dat er een verband is tussen neonicotinoïden en bijensterfte worden steeds sterker. Al in 2003 verbood Frankrijk het gebruik van de insecticide Gaucho (werkzame stof: imidacloprid) van fabrikant Bayer voor gebruik op maïs. Eind juni besloot het ook het gebruik van Syngenta's Cruiser (werkzame stof: thiamethoxam) op koolzaad te verbieden. Maar ook in dit geval was het standpunt van EFSA tot voor kort: niets aan de hand. Juni dit jaar kwam de Europese voedselautoriteit dan toch in beweging. 'Ze geven nu eindelijk gehoor aan de kritiek die er al negen jaar is op het bestaande risicokader,' zegt Jeroen van der Sluijs, universitair hoofddocent Nieuwe Risico's in Utrecht en gasthoogleraar in Versailles. 'Het werk van de Nederlandse toxicoloog Henk Tennekes wordt nu omarmd door EFSA. Een grote doorbraak.' Tennekes liet zien dat neonicotinoïden bij langdurige blootstelling al bij een zeer lage dosis een verwoestend effect kunnen hebben.

De boerenlandvogels verdwijnen in een pijlsnel tempo

Het aantal boerenlandvogels zoals veldleeuwerik en patrijs blijft achteruit hollen. BirdLife International houdt de stand bij van in totaal 37 soorten boerenlandvogels, zoals veldleeuwerik, patrijs, geelgors Emberiza citrinella en graspieper. Deze 37 samen laten een achteruitgang zien van 52% sinds 1980, in totaal gaat het om ruim 300 miljoen minder vogels. In de Top 10 van de snelste dalers staan verschillende kenmerkende soorten van het Nederlandse boerenland, zoals patrijs Perdix perdix (66% afname in Europa, 95% afname in Nederland), grutto Limosa limosa (55% afname in Europa, 60% afname in Nederland), graspieper Anthus pratensis (51% afname in Europa, 50% afname in Nederland) en kneu Carduelis cannabina (49% afname in Europa, 50-75% afname in Nederland).

De akkerbouw op hogere zandgronden veroorzaakt normoverschrijdingen van bestrijdingsmiddelen in grond- en oppervlaktewater

De normen voor bestrijdingsmiddelen in grond- en oppervlaktewater worden in Overijssel vaak overschreden (32% van de metingen in het grondwater en 40% van de metingen in oppervlaktewater). De belangrijkste overschrijdingen in het grondwater worden aangetroffen in de (hogergelegen) zandgronden. De belangrijkste probleemteelten voor uitspoeling naar het grondwater zijn uien, lelies, wintertarwe, suikerbieten, consumptieaardappelen en zetmeelaardappelen. Akkerbouwgebieden op bodems met een laag organisch stof gehalte zijn gevoelig voor uitspoeling van bestrijdingsmiddelen.

Normoverschrijdende concentraties van bestrijdingsmiddelen in het grondwater van Noord- en Midden-Limburg

In het grondwater in het stroomgebied van de Maas worden met grote regelmaat bestrijdingsmiddelen aangetroffen. Deze vormen een bedreiging voor een duurzame drinkwatervoorziening. Recent is een integraal onderzoek afgerond naar bestrijdingsmiddelen in 14 kwetsbare Limburgse grondwaterbeschermingsgebieden. In de zandgebieden van Noord- en Midden-Limburg zitten bestrijdingsmiddelen in het grondwater en de concentraties overschrijden de drinkwaternorm. Het lössgebied van Zuid-Limburg lijkt minder gevoelig voor uitspoeling van bestrijdingsmiddelen. In gebieden met een relatief hoge grondwaterstand, zoals de beekdalen, is uitspoeling echter wel te verwachten.

Waterkwaliteit in helft landbouwgebieden onvoldoende

De waterkwaliteit in sloten en beken is in de helft van de Nederlandse lanbouwgebieden onvoldoende. Deze conclusie trekt de Unie van Waterschappen na onderzoek van kennisinstituut Deltares. Deltares heeft samen met de waterschappen gegevens verzameld van 167 meetlocaties, die zich alle bevinden in waterlopen waar naast landbouw geen andere menselijke bronnen van meststoffen de waterkwaliteit beïnvloeden. Voor zowel stikstof als fosfor blijkt dat de gemeten concentratie op ongeveer de helft van de locaties te hoog is. In een ongunstig jaar voldoet slechts een kwart van de sloten en beken aan de milieu-eisen. Intussen wordt het Nederlandse beleid nauwlettend gevolgd door de Europese Commissie. Als de waterkwaliteit niet verder verbetert, haalt Nederland de waterkwaliteitsdoelen van de Kaderrichtlijn Water niet en kan de Europese Commissie sancties opleggen.

Het gebrek aan insecten doet al vier jaar lang alle korhoender kuikens op de Sallandse Heuvelrug de das om

Het Overijsselse Nationale Park is de enige plek in Nederland waar de beschermde korhoen nog voorkomt, maar de reddingspogingen voor deze soort op de Sallandse Heuvelrug lijken tevergeefs. Meer dan 28 vitale kuikens werden er de afgelopen maanden geboren, maar daarvan is er inmiddels niet een meer in leven. Al vier jaar achtereen sterven alle kuikens. In 1949 waren er nog ten minste 2875 hanen van de korhoen Tetrao tetrix in Nederland. In 2002-2007 broedden nog slechts 15 - 23 paar in Nederland, terwijl dit er in 1976 nog meer dan 400 waren. Populatiedynamisch gezien bleek de beschikbaarheid van voedsel voor jonge kuikens, die van insecten leven, de sleutelfactor van de achteruitgang te zijn. De jonge kuikens sterven door voedselgebrek. Daardoor is de korhoen in Nederland ten dode opgeschreven.

Onverminderde extreme vervuiling van het oppervlaktewater met bestrijdingsmiddelen door de glastuinbouw in 2011

Het Hoogheemraadschap van Delfland is verantwoordelijk voor de oppervlaktewaterkwaliteit van zijn beheergebied. Ongeveer 30 tot 40% van het gebied van Delfland staat onder invloed van glastuinbouw. Om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de waterkwaliteit heeft het Hoogheemraadschap van Delfland een meetnet gericht op het glastuinbouwgebied. De resultaten in de periode 2005-2009 laten zien dat de concentraties van gewasbeschermingsmiddelen zeer hoog zijn en de normen zeer fors overschrijden, soms wel met een factor 700 tot 3000. Imidacloprid wordt sinds 2006 gemeten en in de jaren 2008 en 2009 zijn er concentraties van hoger dan 500x de MTR norm aangetroffen. De waterkwaliteit in het gebied van Hoogheemraadschap Delfland is in 2011 niet verbeterd ten opzichte van 2010.