Sterke daling broedvogels in Drentse akkergebieden

Sinds 2009 worden er in Drenthe systematisch broedvogels in agrarische gebieden geteld, volgens de punttelmethode. Hiervoor is een meetnet van honderden telpunten neergelegd waarvan een steeds groter deel jaarlijks door vrijwilligers van Werkgroep Grauwe Kiekendief wordt geteld. Naast de tellingen door de vrijwilligers vindt elke drie jaar, in opdracht van provincie Drenthe, een herhalingstelling plaats op ongeveer 150 telpunten. Dit is om de ontwikkelingen van het aantal (broed)vogels in het agrarisch gebied te volgen en de effectiviteit van natuurbeheer in het agrarisch gebied te meten. De tellingen zijn uitgevoerd in 2009/2010, in 2013 en in 2016. Voor soorten als Fazant (Phasianus colchicus), Gele Kwikstaart (Motacilla flava), Geelgors (Emberiza citrinella) en Graspieper (Anthus pratensis) laten de resultaten van de punttellingen door de jaren heen voor het aantal broedparen een afname van betekenis zien. De Graspieper in het Drentse agrarisch gebied lijkt zelfs een vrije val te maken. Voor alle vier soorten is het beeld overeenkomstig, namelijk een afname sinds de start van het meetnet. Vooral de scherpe daling van de Graspieper springt in het oog, wat in 2013 ook al werd opgemerkt.

Al in een eerder stadium zijn, om een verdere achteruitgang van het aantal broedvogels in de akkersgebieden te voorkomen, beleidsmatig een aantal strikte keuzes gemaakt. Er zijn kerngebieden aangewezen waarin het voor boeren mogelijk werd om faunaranden aan te leggen of wintervoedselveldjes in te zaaien. Deze maatregelen zorgden voor een verhoging van de biodiversiteit in de clustergebieden. Maar, alle inspanningen ten spijt, hebben de aangebrachte natuurmaatregelen vooralsnog niet kunnen voorkomen dat de aantallen van de karakteristieke broedvogels van het Drentse agrarisch gebied verder afnemen.

Desalniettemin zijn de aantallen in het agrarisch gebied van Drenthe nog altijd bovengemiddeld hoog in vergelijking tot andere akkergebieden in Nederland. Doorberekend naar aantallen per 100 hectare bedraagt de dichtheid van de Geelgors en de Gele Kwikstaart nog altijd vijf tot zeven paar per 100 hectare en ligt dit voor de Veldleeuwerik nog altijd op elf paar per 100 hectare. Aantallen die de waarde van het Drentse agrarisch gebied onderstrepen.

Bron: Nature Today, 15-06-16
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=22779