‘We did not develop this medicine for Indians. We developed it for western patients who can afford it.’

Er is met verontwaardiging gereageerd op deze uitspraak van de Nederlands-Amerikaanse CEO van Bayer, Marijn Dekkers tijdens een Financial Times-conferentie over farmacie op 3 december. Dat meldt Bloomberg. Dekkers citaat heeft alles te maken met Bayerns patent op het kankermedicijn Nexavar. Onder druk van de Indiase patentwetgeving moest Bayern toestaan dat de Natco Pharma Ltd een kopie van het product op de lokale markt kon brengen, 97 procent goedkoper dan dat van Bayer. De reden hiervoor is dat in India dwanglicenties kunnen worden toegekend voor sommige medicijnen als die lokaal niet beschikbaar zijn tegen een redelijke prijs. Er kwam zo’n dwanglicentie op Bayers kankermedicijn Nexavar, omdat de Indiase autoriteiten het te duur voor de lokale markt vonden.

Hommels worden minder groot onder invloed van een veel gebruikte insecticide, zo blijkt uit een nieuw onderzoek

De groei van de larven van hommels wordt ernstig verstoord door pyrethroïden, synthetische insecticiden die veel worden ingezet in de land- en tuinbouw tegen vliegende insecten, kakkerlakken en termieten. De hommels worden daardoor mogelijk minder goed in het verzamelen van nectar en het verspreiden van stuifmeel. Dat melden Britse onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Applied Ecology. De wetenschappers bestudeerden de groei van hommels in hun laboratorium. De kolonies van sommige dieren werden bespoten met pyrethroïden, andere hommels werden niet blootgesteld aan de insecticiden. De ontwikkeling van de insecten werd in de gaten gehouden door de grootte van de kolonies te meten en individuele hommels te wegen met behulp van speciale apparatuur. Uit het onderzoek blijkt dat de larven van de insecten aanzienlijk minder groot worden door de invloed van pyrethroïden. Volgens hoofdonderzoeker Mark Brown kan het effect van de veel gebruikte insecticiden grote gevolgen hebben voor de natuur. "Hommels zijn essentieel voor onze voedselketen, dus het is van groot belang dat we begrijpen hoe de groei van wilde hommels wordt beïnvloed door de chemicaliën die we op het land spuiten", verklaart hij op nieuwssite ScienceDaily.

De bedroevende stand van de biodiversiteit in Vlaanderen

Bij dit jaareinde is het interessant eens stil te staan bij de kennis over de huidige biodiversiteit in Vlaanderen. De meeste gegevens voor Vlaanderen worden bij elkaar gezocht en geïnterpreteerd door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (www.inbo.be). Van het totale geschatte soortenaantal van ongeveer 40.000 in ons gewest, heeft dit Instituut er 1996 onder de loep genomen. Het gaat om amfibieën, broedvogels, dagvlinders, hogere planten, libellen, loopkevers, reptielen, sprinkhanen, vissen en waterwantsen. Van die 1996 zijn er op dit ogenblik 960 soorten niet in gevaar, 411 bijna in gevaar, 124 kwetsbaar, 142 bedreigd, 177 ernstig bedreigd, 139 regionaal uitgestorven en van 43 soorten waren er onvoldoende gegevens bekend om een status te kunnen opmaken. Zonder in te gaan op technische details is het dus duidelijk dat ongeveer een kwart van de onderzochte soorten in gevaar is en het risico loopt om op termijn uit te sterven of minstens zwaar achteruit te gaan.

De spreeuw wordt nog maar zelden gezien in de stad Almere

De bakker op het Almeerse Stationsplein doet weer goede zaken en de bankjes zitten vol. Tussen de voeten scharrelen duiven, mussen en spreeuwen hun kostje bij elkaar. Dit eens zo vertrouwde beeld is de laatste jaren drastisch veranderd. Sinds juni 2009 loop ik iedere woensdag een “duivenrondje”. Tijdens dit lunchloopje door het stadshart tel ik alle stadsvogels. Uit de telling blijkt dat alle echte stadsvogels langzaamaan in aantal afnemen. De spreeuw (Sturnus vulgaris) doet het van deze soorten het slechtst. Waar ik in 2009 nog vaak 10 spreeuwen tegenkwam, moet ik nu moeite doen om er ééntje te vinden. Deze achteruitgang is niet alleen in Almere aan de gang. Sinds eind jaren zeventig wordt de achteruitgang al opgemerkt. De Nederlandse broedpopulatie nam in 1984-2012 gemiddeld met 4% per jaar af. Daardoor is nog maar 40% over van de populatie uit de jaren tachtig. Reden om de soort op de Rode Lijst te plaatsen. Nederland is daarin niet uniek. De hele West-Europese broedpopulatie is gehalveerd.

Insecten als bijen, wespen en mieren hebben een gemeenschappelijke solitaire voorouder

Dat blijkt uit een onderzoek van de KU Leuven, dat aantoont dat de chemische structuur van koninginferomonen bij mieren, bijen en wespen zeer gelijkaardig is. De nesten van mieren, wespen bestaan uit dieren die zich voortplanten (koningin) en insecten die zich niet voortplanten (werksters). De koningin produceert feromonen die ervoor zorgen dat de werksters uit het nest onvruchtbaar zijn en dat enkel zij zich kan voortplanten. De onderzoekers vergeleken de chemische stoffen in de feromonen van verschillende verschillende bijen-, wespen- en mierensoorten. Ze merkten op dat de koninginferomonen van de drie insectensoorten tot dezelfde chemische klasse behoorden, de verzadigde koolwaterstoffen. Dit deed hen vermoeden dat deze feromonen bij elk van de drie soorten geëvolueerd is uit een signaal dat aanwezig was bij een verre gemeenschappelijke solitaire voorouder. "Ook solitaire soorten produceren deze verzadigde koolwaterstoffen. Zij gebruiken de stoffen om mannelijke soortgenoten aan te trekken", zegt Tom Wenseleers van het departement Biologie. "Dit doet vermoeden dat de feromonen hun oorsprong vinden bij een solitaire soort die de verre voorouder is van alle mieren, bijen en wespen. Deze soort leefde ongeveer 145 miljoen jaar geleden."

Kamerbrief van staatssecretaris Dijksma over de publicatie van DiPrisco et al. (2013)

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft op 20 november 2013 om een reactie van de
staatssecretaris van Economische Zaken gevraagd op de publicatie van DiPrisco et al, 2013.
Het gaat daarbij om een artikel, gepubliceerd op 21 oktober in het wetenschappelijk tijdschrift ‘PNAS’: Di Prisco, Cavaliere, Annoscia, Vaaricchio, Caprio, Nazzi, Gargiulo & Pennacchio. Neonicotinoid clothianidin adversely affects insect immunity and promotes replication of a viral pathogen in honey bees. PNAS October 21 2013. www.pnas.org/cgi/doi/10.1073/pnas.1314923110. De brief van staatssecretaris Dijksma (EZ) aan de Tweede Kamer over deze publicatie (onderzoek naar de werking van een bepaald onderdeel van het immuunsysteem van honingbijen na blootstelling aan clothianidin of imidacloprid) is bijgevoegd. In een reactie op de Kamerbrief van de staatssecretaris schrijft de toxicoloog Henk Tennekes dat Landbouw bij de risicobeoordeling van de neonicotinoiden nog steeds blindelings vertrouwt op het oordeel van het Ctgb. De bewering van het Ctgb dat de publicatie van Di Prisco et al. "niet veld-relevant is voor Nederland", onderstreept alleen maar incompetentie die deze instantie overigens wat de neonicotinoiden betreft al jarenlang ten toon spreidt, aldus Tennekes.

'Grootste bijenonderzoek ooit': Australiërs plakken sensoren op 5000 bijen

Australische onderzoekers gaan de komende maanden 5000 bijen met een sensor volgen om erachter te komen waarom de bijenpopulatie wereldwijd in een razend tempo afneemt. De bijen die onderzocht worden gaan eerst de koelkast in, waardoor ze in slaap raken. Dan kunnen de onderzoekers een voor een de sensoren van 2,5 bij 2,5 millimeter op de rug van de honingbijen plakken. Vervolgens hopen de onderzoekers erachter te komen waarom de kolonies verdwijnen. Het verdwijnen van de bijenkolonies kan te maken hebben met het gebruik van pesticiden. De onderzoekers zijn van plan de bijen van de ene bijenkorf te voeden met voedsel met lichte concentraties pesticiden, terwijl de bijen bij een andere korf voedsel krijgt dat pesticidenvrij is.
De onderzoekers verwachten dat de bijen die pesticiden binnenkrijgen bijvoorbeeld langzamer gaan vliegen, of zich vergissen en bij de verkeerde bijenkorf naar binnen vliegen. Dit zijn volgens de Australiërs een van de redenen dat kolonies stoppen met bestaan. 'Dit is het grootste onderzoek ooit gehouden met bijen', zegt hoofdonderzoeker bij CSIRCO Paulo de Souza tegen The Guardian. 'We zullen de bijen twee maanden in de gaten houden en dat is een lange tijd voor een bijenonderzoek.

Het onverteerbare gezicht van kapitalisme - Monsanto wint rechtzaak tegen biologische boeren

Monsanto's heeft het recht boeren aan te klagen als zaden van genetisch gemodificeerde gewassen worden aangetroffen op bedrijven die deze niet hebben aangeschaft. Dat heeft het Amerikaanse hooggerechtshof besloten in een hoger beroepszaak die was aangespannen door een groep boeren en Canadese en Amerikaanse organisaties, waaronder de Organic Seed Growers & Trade Association. In 2011 werd al eerder een poging gedaan om Monsanto juridisch aan te pakken. De boeren zijn van mening dat hun gewas ongewild met genetisch gemodificeerde organismen (gmo's) vervuild kan raken door verwaaiing van zaden uit naburige percelen. Een vervuiling kan tot gevolg hebben dat zij hun producten niet als biologisch kunnen afzetten. Zij vinden bovendien dat Monsanto te ver gaat met het claimen van patenten op gevonden eigenschappen van planten. Er worden op deze wijze delen van de natuur geclaimd waar klassieke veredelaars geen gebruik meer van kunnen maken zonder het risico te lopen om aangeklaagd te worden.

Carbendazim, pirimifos-methyl, pyraclostrobine, imidacloprid en het verboden dinoterb zijn probleemstoffen in het Noordhollandse oppervlaktewater

Het laboratorium van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) voert tussen 2011 en 2015 jaarlijks op een groot aantal locaties metingen uit naar het voorkomen van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater. HHNK heeft nu de resultaten van dit onderzoek over de jaren 2011, 2012 en 2013 gepresenteerd. Het onderzoek omvat ruim honderd gewasbeschermingsmiddelen. 49 bestrijdingsmiddelen zijn in 2011-2013 aangetroffen. In het duingebied bij Callantsoog en in de stedelijke gebieden van Volendam en Amsterdam-Noord werden de minste stoffen (7-8) aangetroffen. De meeste stoffen (25-32) werden aangetroffen in bollengebieden in de noordkop en in polder de Vier Noorder Koggen in West-Friesland. 21 van de onderzochte stoffen overschreden de geldende norm. De meeste overschrijdingen (5-8 stoffen) vonden plaats in bollengebieden in de noordkop, in grote delen van West-Friesland en in het stedelijk gebied van Beverwijk.

De vraag naar bestuivings-diensten is bijna vijf keer sneller gestegen dan de populatie bijen

Het probleem van de bijensterfte in de Verenigde Staten en Europa is al geruime tijd gekend, maar het probleem dreigt desastreuse gevolgen te hebben. Dat is de conclusie van een onderzoek naar het bijenbestand gedurende de tweede helft van het voorbije decennium in meer dan veertig landen door wetenschappers van de University of Reading. De onderzoekers stelden daarbij vast dat de vraag naar zogenaamde bestuivings-diensten bijna vijf keer sneller is gestegen dan de populatie bijen. Er wordt gewaarschuwd dat voldoende natuur moet overblijven om de bijenpopulaties te beschermen. Zonder die populaties komen immers diverse oogsten in het gedrang. “In Groot-Brittannië zijn er op dit ogenblik slechts voldoende bijenkorven om een kwart van de totale vraag naar bestuivings-diensten te voldoen,” benadrukt onderzoeksleider Simon Potts, professor biodiversiteit en ecosystemen aan de University of Reading. “Op Europees vlak zou tussen 25 procent en 50 procent van de behoefte kunnen worden voldaan. Bijna de helft van de bestudeerde landen wordt met een bijentekort geconfronteerd. Tenzij er dringend wordt ingegrepen, dreigen we op een echte catastrofe af te stevenen. Tot nut toe kon het tekort gedeeltelijk worden gecompenseerd door het wilde bijenbestand, maar ook dat wordt met belangrijke bedreigingen geconfronteerd.”