Waterkwaliteit in helft landbouwgebieden onvoldoende

De waterkwaliteit in sloten en beken is in de helft van de Nederlandse lanbouwgebieden onvoldoende. Deze conclusie trekt de Unie van Waterschappen na onderzoek van kennisinstituut Deltares. Deltares heeft samen met de waterschappen gegevens verzameld van 167 meetlocaties, die zich alle bevinden in waterlopen waar naast landbouw geen andere menselijke bronnen van meststoffen de waterkwaliteit beïnvloeden. Voor zowel stikstof als fosfor blijkt dat de gemeten concentratie op ongeveer de helft van de locaties te hoog is. In een ongunstig jaar voldoet slechts een kwart van de sloten en beken aan de milieu-eisen. Intussen wordt het Nederlandse beleid nauwlettend gevolgd door de Europese Commissie. Als de waterkwaliteit niet verder verbetert, haalt Nederland de waterkwaliteitsdoelen van de Kaderrichtlijn Water niet en kan de Europese Commissie sancties opleggen.

Het overschot aan stikstof en fosfor in het oppervlaktewater leidt tot giftige algenbloei, vissterfte en een afnemende biodiversiteit. In het landelijk gebied is de bemesting van landbouwgrond met grote hoeveelheden dierlijke mest en kunstmest de belangrijkste bron. Sinds 1950 heeft de bemesting voor steeds meer waterkwaliteitsproblemen gezorgd. Om erger te voorkomen heeft de overheid het mestgebruik vanaf 1986 aan banden gelegd. Het effect van deze mestwetgeving komt volgens de onderzoekers duidelijk naar voren uit de geanalyseerde metingen.

De waterschappen willen samen met de landbouwsector en de rijksoverheid aan de slag om de waterkwaliteit verder te verbeteren. De Unie van Waterschappen vindt dat extra maatregelen nodig zijn om de problemen op te lossen.

Bron: H2O - Tijdschrift voor professionals in de waterbranche, 19 juni 2012
http://www.vakbladh2o.nl/nieuws_detail.php?nieuws_id=2909