De apocalypse staat voor de deur en bijna niemand heeft het in de gaten, in Den Haag al helemaal niet

Pesticiden worden te vaak en te overvloedig gebruikt, met nefaste effecten op bijen, vlinders, het milieu in het algemeen en dus ook de mens. "Ze worden te vaak en te overvloedig gebruikt, dit moet stoppen", aldus wetenschappers. Een klein beetje goed nieuws toch: in de Europese Unie zijn enkele van deze pesticiden al verboden of aan banden gelegd. Pesticiden wordt door landbouwers gebruikt om schadelijke dieren van hun gewassen weg te houden en zo de oogst te redden. Klinkt niet onlogisch, maar in realiteit heeft die gewoonte schadelijke gevolgen. In twee studies op twee dagen worden pesticiden met de vinger gewezen: voor de link met autisme en voor de link met bijensterfte en een bedreiging van de biodiversiteit in het algemeen.

In een studie van Irva Hertz-Picciotto werd een link gevonden tussen autisme en pesticiden. Meer bepaald: zwangere vrouwen die maximaal 1,5 kilometer wonen van gebieden waar pesticiden worden gebruikt, hadden 60 procent meer kans op een kind met autisme. Dit risico steeg als de vrouwen werden blootgesteld aan de stoffen in het derde trimester.

De schuldigen hier zijn chloorpyrifos in het tweede trimester en organofosfaten in het derde trimester. Pyrethroïden waren zowel verantwoordelijk voor autisme als ontwikkelingsachtersstand en dit bij blootstelling voor de conceptie en in het derde trimester van de zwangerschap. Carbamaten tot slot veroorzaakten ook ontwikkelingsachterstand.

Het is niet de eerste keer dat die link werd gelegd: in 2007 werd al gevonden dat aanstaande moeders die blootgesteld waren aan twee organochlorine pesticiden in het eerste trimester van de zwangerschap zes keer meer kans hadden op een kind met autisme dan moeders die vér van landbouwgebied woonden. De studie was toen te klein om definitieve resultaten te trekken.

Ook deze studie kent tegenstanders die bekritiseren dat niet bewezen werd dat de vrouwen echt werden blootgesteld aan de stoffen noch dat niet is bewezen dat ze ook autisme veroorzaken. Met andere woorden: blootstelling aan andere stoffen kunnen voor het verhoogde risico op autisme zorgen. Behalve dan dat twee derde van de vrouwen in de studie niet zo dicht bij landbouw gebied woonden en merkelijk minder kans hadden op kinderen met autisme. Een oorzakelijk verband is niet gelegd, maar je kan redelijk zeker zijn van een invloed van de pesticiden op het voorkomen van autisme.

Een tweede studie was een analyse van 800 wetenschappelijke artikels, uitgevoerd door een groep van onafhankelijke wetenschappers uit verschillende landen. Conclusie? De massale (en zorgwekkende) bijensterfte is te wijten aan het gebruik van twee pesticiden, die zo de volledige biodiversiteit bedreigen.

De schuldigen hier zijn neonicotinoïden (neonics) en fipronil. Samen zijn ze goed voor 40 procent van de insecticiden, in 2011 bracht de gezamenlijke verkoop van deze stoffen 2,79 miljard dollar op. Het probleem: ze werken niet alleen tegen de schadelijke, maar ook tegen de nuttige dieren.

Neonics werken in op het zenuwstelsel, met verschillende effecten: soms dodelijk, soms met chronische gevolgen zoals een slechtere geurzin, een falend geheugen, verminderde vruchtbaarheid, slechter eten, moeilijkheden met vliegen en graven en vatbaarder voor ziekten. Ook een kleine maar langdurige blootstelling kan schadelijk zijn.

De effecten werden vastgesteld bij dieren die leven van de plant of in de grond of het water vlakbij de besproeide planten, zoals bijen, vlinders, regenwormen, slakken en watervlooien. Al deze dieren zijn deel van een biologisch systeem dat essentieel is voor de mens: 75 procent van de dingen die we eten, zijn voor de bestuiving afhankelijk van dieren, meestal bijen.

"In plaats van de voedselproductie te beschermen, vallen deze stoffen de structuren aan die de voedselproductie mogelijk maken: de dieren die voor de bevruchting zorgen, de dieren die plagen op afstand houden en de dieren die de groeiomgeving mogelijk maken."

Voor zoogdieren zijn er te weinig gegevens om effecten te kunnen vaststellen, net als voor reptielen, al lijkt een effect daar wel 'waarschijnlijk'. Vissen, ongewervelden en zelfs microben zijn wel aangetast

Niet alleen de stoffen op zich zijn een probleem, ook de manier waarop ze worden gebruikt: overvloedig en preventief. "90 procent van deze pesticiden gaan niet naar de planten, maar naar de omgeving, de bodem en het water." Ze worden ook niet gebruikt als er een probleem is, maar voor een probleem dat zou kunnen ontstaan.

Nog slecht nieuws: in aarde is de halveertijd van de pesticide verschillende jaren. Bij herhaaldelijk of jaarlijks gebruik raakt de bodem dus alleen maar meer en meer doordrongen van de stof, en dus ook de dieren die er in leven.

Neonics worden qua schadelijkheid vergeleken met DDT, een insecticide die in de jaren '70 in de westerse werd verboden nadat bleek dat mensen ze slecht afbreken (en dus opstapelen) en er schadelijke effecten waren. Volgens de wetenschappers zijn sommige neonics 5.000 tot 10.000 keer schadelijker dan DDT.

Ook deze studie krijgt critici over zich heen. Zo wordt aangeklaagd dat de link tussen pesticiden en bijensterfte niet eenduidig is. Een soort zandmijt zou er ook iets mee te maken hebben. De critici verwijzen naar Australië, waar de neonics wel worden gebruikt en bijen niet zo massal sterven als elders, en Zwitserland, waar de neonics niet worden gebruikt en de bijen wel sterven.

De Europese Unie nam al enkele maatregelen. Fipronil is al verboden. Vier soorten neonicotinoïden zijn tijdelijk verboden: voor 2 jaar en vooral bij gewassen die aantrekkelijk zijn voor bijen. In serres mogen ze wel nog worden gebruikt. "De vervuiling van bodem en oppervlaktewater blijft dus bestaan", aldus Annelore Nys van Natuurpunt.

Ook Canada beperkte het gebruik van sommige neonics intussen
Bron: Newsmonkey, 24-06-14
http://newsmonkey.be/article/14054