De bedroevende stand van de biodiversiteit in Vlaanderen

Bij dit jaareinde is het interessant eens stil te staan bij de kennis over de huidige biodiversiteit in Vlaanderen. De meeste gegevens voor Vlaanderen worden bij elkaar gezocht en geïnterpreteerd door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (www.inbo.be). Van het totale geschatte soortenaantal van ongeveer 40.000 in ons gewest, heeft dit Instituut er 1996 onder de loep genomen. Het gaat om amfibieën, broedvogels, dagvlinders, hogere planten, libellen, loopkevers, reptielen, sprinkhanen, vissen en waterwantsen. Van die 1996 zijn er op dit ogenblik 960 soorten niet in gevaar, 411 bijna in gevaar, 124 kwetsbaar, 142 bedreigd, 177 ernstig bedreigd, 139 regionaal uitgestorven en van 43 soorten waren er onvoldoende gegevens bekend om een status te kunnen opmaken. Zonder in te gaan op technische details is het dus duidelijk dat ongeveer een kwart van de onderzochte soorten in gevaar is en het risico loopt om op termijn uit te sterven of minstens zwaar achteruit te gaan.

De zwaarste achteruitgang wordt vastgesteld in landbouwgebied en in oppervlaktewateren als beken en poelen, en in (natte) heidegebieden. Het pleidooi van de wetenschappelijke wereld om de biodiversiteit vooruit te helpen is al jaren hetzelfde: meer en grotere natuurgebieden maken (want daar houdt de soortenrijkdom min of meer stand), meer inspanningen doen om de versnippering en verdwijning van goede leefgebieden tegen te gaan, de landbouw vergroenen, het oppervlaktewater beter beschermen en de luchtkwaliteit verbeteren.
Bron: Natuurstek, eind december 2013
http://www.natuurstek.be/?q=achtergrondartikel/balans-van-de-biodiversi…