De harlekijnsorchis (Anacamptis morio), de welriekende nachtorchis (Platanthera bifolia), de gevlekte orchis (Dactylorhiza maculata), de blauwe knoop (Succisa pratensis, synoniem: Scabiosa succisa), het moerasviooltje (Viola palustris), de melkeppe (Peucedanum palustre), de vleugeltjesbloem (Polygala vulgaris), de kievitsbloem (Fritillaria meleagris), de klokjesgentiaan (Gentiana pneumonanthe), het zomerklokje (Leucojum aestivum), de grote ratelaar (Rhinanthus angustifolius), en de spaanse ruiter (Cirsium dissectum). De oranjetip (Anthocharis cardamines), het bont zandoogje (Pararge aegeria), de grote parelmoervlinder (Argynnis aglaja) en de prachtige Koninginnepage (Papilio machaon). De Roerdomp (Botaurus stellaris), Woudaap (Ixobrychus minutus), Dodaars (Tachybaptus ruficollis), Grote Karekiet (Acrocephalus arundinaceus), Watersnip (Gallinago gallinago), Zomertaling (Anas querquedula), Graspieper (Anthus pratensis), Veldleeuwerik (Alauda arvensis), Kuifleeuwerik (Galerida cristata), Geelgors (Emberiza citrinella), Grauwe Gors (Miliaria calandra, Synoniem: Emberiza calandra), Kemphaan (Philomachus pugnax), Gekraagde Roodstaart (Phoenicurus phoenicurus) en de Roodborsttapuit (Saxicola rubicola) en het Paapje (Saxicola rubetra).
Bron: deze website
- Log in to post comments