De Krimpenerwaard is een gebied dat wordt omsloten door de Hollandse IJssel, de Lek en de Vlist. Er zijn meerdere polders in het gebied. Ten oosten ligt de Lopikerwaard, ten westen de Zuidplaspolder. Ooit was de Krimpenerwaard met zijn drassige weiden vol gras- en kruidensoorten een ideaal leefgebied voor weidevogels als de grutto (Limosa limosa). “Die tijden zijn helaas voorbij”, verzucht Klaas de Mik, coördinator van de weidevogelwerkgroep van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard (NVWK). Grutto’s hebben een slecht broedjaar achter de rug. Zo ook in de Krimpenerwaard waar het aantal al jaren gestaag afneemt. De populatie grutto’s in de Krimpenerwaard loopt nu jaarlijks met zo’n 3 tot 5 procent terug, zo blijkt uit tellingen. “Dat klinkt misschien niet dramatisch”, zegt De Mik, “maar in dit tempo is er over twintig jaar geen grutto meer over.” In het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is het neonicotinoide insecticide imidacloprid de grootste probleemstof: in 64% van de metingen in 2012 werd de stof in normoverschrijdende concentraties in het oppervlaktewater aangetoond. Imidacloprid is uitzonderlijk giftig voor insecten, die de belangrijkste voedingsbron voor gruttokuikens zijn. Zuid-Holland veroorzaakt met deze groteske milieuverontreiniging met een uiterst giftig bestrijdingsmiddel een ramp onder de weidevogels. Uit de Weidevogelbalans 2013 van SOVON blijkt dat in Zuid-Holland de Kievit met 7,3% per jaar achteruit is gegaan, de Scholekster met 5,6 % per jaar, Grutto met 3% en Tureluur met 6% per jaar. Kritische soorten als Watersnip, Kemphaan en Zomertaling zijn in Zuid-Holland inmiddels uit het agrarisch gebied vrijwel verdwenen.