De ontwrichting van het ecosysteem door systemische insecticiden brengt duurzame landbouw in gevaar

Na een decennium van intensief onderzoek naar bijensterfte, krijgen we duidelijkheid over het ooit onscherpe beeld van de rol die parasieten, pathogenen, pesticiden, gebrek aan voedsel, en anderen stressoren speelden in de problematiek. Enerzijds is het duidelijk dat al deze factoren bijdragen bij aan de waargenomen problemen. Aan de andere kant is het nu ook duidelijk geworden dat de neonicotinoïden (en insecticiden zoals fipronil en misschien andere die nog niet zijn geïdentificeerd) een cruciale bevorderende rol spelen bij de ziekteverwekkers en parasitaire infecties die tot bijenvolksterfte leiden. Met andere woorden, deze systemische insecticiden zijn de uiteindelijke oorzaak van de complexe aantasting van de gezondheid van honingbijen. Omdat de cascade van effecten die door neonicotinoïden op gang worden gebracht via onomkeerbare biologische processen verlopen die niet met het blote oog waarneembaar zijn tot intrede van de dood (door ziekten), heeft het een lange tijd geduurd om de mechanismen te ontrafelen die betrokken zijn bij chronische vergiftiging met deze insecticiden. Wat met honingbijen en hommels gebeurt kan echter ook gebeuren met andere bestuivers zoals onze vlinders en zweefvliegen, en waarschijnlijk ook met roofinsecten en sluipwespen, aangezien ze allemaal worden blootgesteld aan subletale doses van neonicotinoïden in het cultuurlandschap. De impact die deze systemische insecticiden hebben op het ecosysteem, dat gedragen wordt door talrijke insectensoorten, kan de duurzaamheid van onze agrarische productie dus in gevaar brengen.
Bron:
Francisco Sánchez-Bayo & Nicolas Desneux (2015) Neonicotinoids and the prevalence of parasites and disease in bees, Bee World, 92:2, 34-40