Het door Bayer CropScience als 'veilig voor bijen' gepropageerde thiacloprid veroorzaakt in werkelijkheid bijensterfte

Thiacloprid, een breed toegepast landbouwbestrijdingsmiddel uit de familie der neonicotinoïden, heeft wel degelijk een verband met hoge sterfte van bijenvolken. Dat blijkt uit onderzoek van het Nederlands Centrum voor Bijenonderzoek in Tersoal, dat gisteren in het wetenschappelijke tijdschrift Plos One is gepubliceerd. ,,Van thiacloprid werd tot nu toe steeds gezegd dat het de minst gevaarlijke neonicotinoïde is", zegt Romée van der Zee van het NCB. ,,Misschien is thiacloprid gerelateerd aan bijensterfte op een manier die voorheen niet herkend werd." Sinds de Europese Commissie in 2013 een moratorium instelde op imidacloprid, thiamethoxam en clothianidin, stappen boeren massaal over op middelen waarin onder meer het toegestane thiacloprid verwerkt is. Calypso is zo'n middel; het toegestane gebruik daarvan werd in 2012 nog verruimd door het College voor Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden. Het NCB heeft voor het eerst wetenschappelijk met een observatiestudie aangetoond dat neonicotinoïden een relatie hebben met een hoger sterfterisico van bijenvolken. Het NCB deed een observatieonderzoek met 86 bijenvolken op 43 bijenstandplaatsen, in 2011 en 2012.

Natuur & Milieu, Vogelbescherming Nederland en Greenpeace pleiten voor een verbod op milieuvervuilende neonics

Verbied alle bestrijdingsmiddelen die onder de groep neonicotinoiden vallen. Dit verzoek doen Natuur & Milieu, Vogelbescherming Nederland en Greenpeace vandaag aan het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Deze bestrijdingsmiddelen zijn extreem schadelijk voor bijen en andere insecten en, zoals uit recent onderzoek is gebleken, ook voor verschillende vogelsoorten. De milieuorganisaties pleiten voor een verbod op neonics omdat deze in grote hoeveelheden van ons oppervlaktewater (sloten en kanalen) zitten. 85% van het oppervlaktewater in glastuingebieden, zoals in het Westland, voldoet niet aan de eisen voor de bescherming van het waterleven. Met een halve theelepel imidacloprid vervuil je een sloot van een meter breed over een lengte van 200 kilometer. Onder sommige omstandigheden kan deze stof maanden tot wel jaren aanwezig zijn. De vogelstand in glastuingebieden is ook lager dan in andere gebieden door een gebrek aan insecten zelf door vervuild oppervlaktewater, het eten van vergiftigde insecten of een combinatie van beide.

Jean-Marc Bonmatin (CNRS) bevestigt de in 2010 geformuleerde these van Henk Tennekes over de risico's van neonicotinoïden

Op 29 mei 2015, de Dag van de Honingbij in Quebec, organiseerde Équiterre, in samenwerking met de David Suzuki Foundation, openbare lezingen over de resultaten van de belangrijkste literatuur over de effecten van neonicotinoïde pesticiden in het milieu. De lezingen werden gegeven door Jean-Marc Bonmatin, onderzoeker bij het Franse Nationale Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek (CNRS) en Madeleine Chagnon, universitair hoofddocent bij de afdeling Biologische Wetenschappen aan de Université du Québec à Montréal. "Als wetenschapper kan ik nu zeggen dat er onomstotelijk bewijs van schade is en wijzen op de dringende noodzaak van maatregelen om de hoeveelheden van deze bestrijdingsmiddelen in het milieu te verminderen," zei Bonmatin. De gerenommeerde onderzoeker bevestigde de in het boek Disaster in the Making (2010) voor het eerst geformuleerde these van de Nederlandse toxicoloog Henk Tennekes dat neonicotinoïden met de uitroeiing van ongewervelde dieren een breuk in de voedselketen veroorzaken, waarvan insectivore soorten zoals onder andere vogels het slachtoffer worden. Zo zijn na meer dan 20 jaar gebruik van neonics de zwaluwen in Noord-Amerika zo goed als uitgeroeid.

Twaalf vogelsoorten die in ons land voorkomen zijn op Europese schaal bedreigd

Een Rode Lijst is een evaluatie van de uitsterfkans van soorten indien de huidige trend aanhoudt. Die beoordeling moet op gezette tijdstippen herzien worden en dat is nu gebeurd op basis van de IUCN-criteria, voor alle vogels, over heel Europa. BirdLife voerde de studie uit in opdracht van de Europese Commissie. Van de 533 vogelsoorten die in Europa broeden of overwinteren zijn 67 soorten op Europese schaal bedreigd. Van de 211 vogelsoorten die in ons land voorkomen, zijn er 12 op Europese schaal bedreigd. Het gaat om soorten die als ‘kwetsbaar’ geboekstaafd staan als Korhoen (ondertussen al uitgestorven in Vlaanderen), Zomertortel, Scholekster, Graspieper, Kievit, Grutto, Wulp, IJsvogel en Klapekster. Zilvermeeuw, Blauwe kiekendief en Rode wouw vallen in de categorie ‘bijna in gevaar’ en riskeren in de nabije toekomst in de problemen te komen als de huidige afname aanhoudt. Opvallendste (nieuwe) Belgische soorten in de Rode Lijst zijn Zomertortel, Kievit en Graspieper, die deden het in 2004 nog redelijk goed, maar gingen sindsdien zorgwekkend steil achteruit.

De glastuinbouw is voor 90% aangesloten op het riool, maar blijft het oppervlaktewater vervuilen met pesticiden

De zorg voor de waterkwaliteit is één van de kerntaken van het Hoogheemraadschap Delfland. Delfland meet en bewaakt de waterkwaliteit om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de waterkwaliteit en het effect van maatregelen op de waterkwaliteit. Elk jaar rapporteert Delfland over de resultaten van de monitoring van het jaar ervoor, waarbij naast onder meer het volgen van de stikstof- en fosfaatconcentraties ook een breed pakket van 300 bestrijdingsmiddelen wordt geanalyseerd op voorkomen en concentratie. De waterkwaliteit in het gebied van Delfland is nog verre van goed. Hoewel sinds 2013 ruim 90% van alle glastuinbouwbedrijven is aangesloten op het riool, zijn de concentraties bestrijdingsmiddelen niet of nauwelijks gedaald. In 2014 overschrijden 19 verschillende bestrijdingsmiddelen op minimaal 1 locatie de norm. In totaal zijn er 13 tot 14 bestrijdingsmiddelen die al minstens 4 jaar boven de norm worden aangetroffen. De concentraties van de drie neonicotinoïden imidacloprid, thiacloprid en thiamethoxam is boven de norm (met maximaal aangetroffen concentraties van respectievelijk 3.200, 400 en 2.200 nanogram per liter). De polders met de meeste bestrijdingsmiddelen (gemiddeld 14 stoffen per meting) zijn de glastuinbouwgebieden in de Zuidpolder van Delfgauw, de Oranjepolder en de Hoefpolder.

Mens veroorzaakt zesde grote uitstervingsgolf

Op onze planeet is een zesde grote uitstervingsgolf aan de gang, zo waarschuwen wetenschappers opnieuw in een nieuwe studie. En de mens kan een van de eerste slachtoffers zijn. Volgens de studie , die door drie Amerikaanse universiteiten is uitgevoerd, verdwijnen gewervelde diersoorten 114 keer sneller dan normaal. Zonder de mens zouden soorten veel trager uitsterven. Wetenschappers waarschuwen al langer dat de aarde een nieuwe uitstervingsgolf doormaakt, zoals 65 miljoen jaar geleden toen de dinosaurussen verdwenen. Maar zelf bij de meest positieve schattingen sterven soorten nu veel sneller uit in vergelijking met de voorgaande golven. ‘We waren erg verrast hoe erg het is’, zegt professor Gerardo Ceballos. ‘Als dit doorgaat zou het leven miljoenen jaren nodig hebben om zich te herstellen, en zou onze soort waarschijnlijk vroeg verdwijnen.’ Sinds 1900 zijn volgens de studie 477 gewervelde dieren verloren gegaan. Zo’n verlies zou normaal over een periode van 10.000 jaar waargenomen worden. ‘Het is echt een signaal dat we een zesde uitsterving zijn ingegaan, aangedreven door de mens’, aldus Ceballos.

De tijd dat elke boerderij spotvogels op het erf had, ligt ver achter ons

De spotvogel (Hippolais icterina) is in Nederland al lang geen talrijke broedvogel meer. Enkele decennia geleden was hij nog een kenmerkende soort voor pioniersituaties met jong, opschietend loofbos. De aantallen konden er hoog zijn en spotvogels kwamen ook vrij veel in stedelijk gebied voor, zoals in het Vondelpark. Nu zit er zo hier en daar een spotvogel; veel ogenschijnlijk geschikt habitat moet het zonder spotvogels stellen. De achteruitgang wordt voor de periode 1984-2004 geschat op zo’n 85%. In loofbossen is de soort het sterkst achteruit gegaan, met maar liefst 95% in de periode 1960-2000. In agrarisch gebied zijn spotvogels minder, maar toch nog met de helft in aantal achteruit gegaan. De soort staat daarom op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels, in de categorie Gevoelig. Volgens SOVON daalde in de periode 1990-2003 het aantal broedparen met meer dan 50%. Rond 2007 broedden er nog ongeveer 21.000 paar in Nederland. Het voedsel van de spotvogel bestaat uit insecten, larven en bessen.

Frankrijk kondigt een verbod op de vrije verkoop van de onkruidverdelger Roundup aan

De Franse minister van Milieu Ségolène Royal heeft zondag het verbod op de vrije verkoop van de onkruidverdelger Roundup in tuincentra aangekondigd. In maart van dit jaar kwam glyfosaat in de actualiteit nadat onderzoekers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hadden verklaard dat de herbicide kankerverwekkend zou zijn. Actieve substanties in pesticiden worden eerst geëvalueerd en goedgekeurd op Europees niveau. Om de tien jaar volgt een nieuwe evaluatie. Op basis van deze ‘positieve lijst’ bij de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) kan elk land vervolgens commerciële producten toelaten die stoffen bevatten die Europees groen licht hebben gekregen. Eind december van dit jaar verstrijkt de Europese goedkeuring voor glysofaat.

In het met neonicotinoïden bezoedelde Groene Hart hebben insecten en weidevogels geen schijn van kans

In de weidevogelgebieden die Staatsbosbeheer in het Groene Hart beheert, blijft het aantal weidevogels welke met succes jongen groot brengen dit jaar iets achter. De landelijke trend in de aantallen broedende weidevogels is echter nog zorgelijker. De boswachters van het Groene Hart luiden wederom de noodklok.De boswachters maken zich vooral zorgen omdat de populatie niet bestand is tegen zulke tegenvallende broedjaren. Sinds 1960 is meer dan 60 procent van alle weidevogels verdwenen door de intensivering van de landbouw en dreigen ze uit te sterven in Nederland. Een tegenvallend broedseizoen is voor de bestaande populatie dramatisch te noemen. Met name de grutto is een zorgenkindje geworden. De Donkse Laagten, de Reeuwijkse Plassen en De Wilck zijn natuurgebieden in het Groene Hart die speciaal voor weidevogels zijn ingericht. Speciaal kuikenland, bestaande uit een korte, open en kruidenrijke grasvegetatie, moet duizenden insecten brengen waar de jongen groot op worden. In De Wilck zijn de aantallen broedparen grutto’s achteruit gegaan van ruim 90 paar naar 83 broedparen. Ook de aantallen kieviten zijn gedaald van ruim 104 naar ruim 94 broedparen. De eerste grutto’s hebben het al opgegeven en zijn alweer aan het verzamelen bij de plassen ter voorbereiding op hun terugkeer naar Afrika. "Er was simpelweg te weinig voedsel."

Claudia Külling heeft een methode ontwikkeld om het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de bollenteelt drastisch terug te dringen

Claudia Külling heeft een methode ontwikkeld om het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de bollenteelt drastisch
terug te dringen. Misschien zelfs wel geheel overbodig te maken. Haar oplossing: artemisia, beter bekend als alsem en bijvoet, een plant met mooie, geurende, grijzige bladeren. Külling, geboren in Zwitserland, drijft samen met biologe Ingrid Weissenhorn het bedrijf Servaplant in Nootdorp, dat zich toelegt op milieu- en natuurvriendelijke teeltmethoden. “We waren al een tijd bezig met het zoeken naar methoden om bladluizen op gewassen op een milieuvriendelijke manier te bestrijden.” Bladluizen kunnen virussen overdragendie de bollen onverkoopbaar maken. Külling ontdekte in haar eigen tuin dat op artemisia een speciale soort luis voorkwam die veel lieveheersbeestjes aantrok. De lieveheersbeestjes beschouwen de minuscule diertjes als hun hoofdvoedsel. “Ik had al jaren last van luizen op mijn fruitbomen in de tuin. Maar toen de artemisia met daarop de luizen groeide, zagen we overal lieveheersbeestjes, ook op de fruitbomen. In dat jaar had ik voor het eerst geen luizen.” Zo’n aanpak moet ook in de teelt van gewassen te gebruiken zijn, dacht Külling. Lieveheersbeestjes zijn effectieve én milieuvriendelijke bestrijders van luizen.