De chemielobby is nu aan het eind van zijn Latijn

Chemiereuzen zeggen graag dat de opmerkelijke bijensterfte in onze streken te wijten is aan alles behalve hun pesticiden. Producenten counteren de dramatische effecten waarover wetenschappers al gepubliceerd hebben door te zeggen dat de resultaten in steriele laboratoria niet stroken met de realiteit van akkers en velden. Hun eigen studies ontkrachten dat, zeggen zij. Maar die rapporten zijn geheim omdat hun commerciële belangen op het spel staan. Ook menen zij dat bijen met lokstoffen naar andere, onbehandelde planten geleid kunnen worden zodat zij de neonicotinoïden niet opnemen. Twee nieuwe studies, gepubliceerd in topblad Nature, halen die argumenten onderuit. Als bijen de keuze krijgen tussen verschillende suikerachtige oplossingen, eentje met pesticiden en een zonder, maken ze geen onderscheid. Sterker nog, zo tonen onderzoekers van de universiteit van Newcastle, sommige bijen gaan zelfs op zoek naar neonicotinoïden. De tweede studie is interessant omdat veldwerk uitzonderlijk is in dit vakgebied. Zweedse wetenschappers van de Lund-universiteit trokken de koolzaadvelden in en vergeleken de effecten van onbehandelde met behandelde planten op de bestuivende insecten die er gebruikt vana maakten. De populatie wilde bijen werd uitgedund, de solitaire of nestelbij ging veel minder nestelen en de hommel ging zowel sneller dood als zich minder voortplanten.

De Patrijs legt het loodje op het eiland Ijsselmonde door oppervlaktewaterverontreiniging met imidacloprid

IJsselmonde is een eiland (streek) in de Maasdelta, omsloten door de Nieuwe Maas in het noorden, de Oude Maas in het zuiden en de Noord in het oosten. Sinds 2013 wordt het gehele eiland IJsselmonde weer geïnventariseerd op de winter- en broedvogels. Hiermee dragen de leden van de vogelwerkgroep bij aan de landelijke Vogelatlas (http://www.vogelatlas.nl). Eén van de opvallende zaken is de enorme achteruitgang van de Patrijs Perdix perdix. Er zijn nauwelijks meer paartjes gevonden op het eiland. Patrijzen eten zowel plantaardig als dierlijk voedsel, maar de jongen leven de eerste weken louter van insecten en ander klein gedierte. Er zijn sterke aanwijzingen dat een verminderd insectenaanbod als gevolg van het gebruik van insecticiden er de oorzaak van is dat de overleving van kuikens te gering is om de patrijzen populaties op niveau te kunnen houden. De jarenlange sterke verontreiniging van het oppervlaktewater met imidacloprid in de regio Rotterdam vormt een enorme bedreiging voor insecten waarvan de jonge patrijs afhankelijk is. Zo verdwijnt een akkervogel die tot ver in de 20e eeuw een algemene broedvogel was, met een populatie van naar schatting enkele honderdduizenden broedparen. Volgens de Vogelbescherming is de populatie sinds 1980 met 95% geslonken.

Henk Tennekes op Radio 1 over de problematiek met de neonicotinoïden

Het omstreden 'bijengif', dat in de landbouw wordt gebruikt, wordt mogelijk verboden. Staatssecretaris Dijksma maakt zich grote zorgen over het schadelijke middel. In Dit is de Nacht (NPO Radio 1) gaan we het ook hebben over bestrijdingsmiddelen. Dit doen we samen met Henk Tennekes, toxicoloog en de eerste klokkenluider die berichtte over het gevaar van de bestrijdingsmiddelen. Aan de telefoon Vera Greutink, blogger bij wroeten.nl en tuinsmakelijk.nl. Zij tuiniert zelf graag en doet dit op natuurlijke wijze. Luister mee naar de uitzending van 14 april 2015
http://www.radio1.nl/item/283273-Gebruikt-u-bestrijdingsmiddelen-in-uw-…

De aanhouder wint. Nationaal en Europees verbod op neonicotinoïden op komst

Staatssecretaris Sharon Dijksma wil dat in de nabije toekomst meer 'groene' bestrijdingsmiddelen worden gebruikt en minder of helemaal geen middelen die schadelijk zijn voor de natuur, zoals neonicotinoïden. Dijksma (Economische Zaken) meldt dat naar aanleiding van een Europees rapport dat haar ''grote zorgen'' baart, schrijft ze vrijdag aan de Tweede Kamer. Uit de Europese studie blijkt dat neonicotinoïden niet alleen plaaginsecten aantasten of doden, maar ook bijen, hommels, zweefvliegen en vlinders. Om die reden wordt het middel ook wel 'bijengif' genoemd. Dijksma heeft de toezichthouder, het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), gevraagd zo snel mogelijk te bekijken of de omstreden nicotinoïden moeten worden verboden. De Kamer liet vorige maand al weten van het gif af te willen, na een motie van de Partij voor de Dieren. Milieuorganisaties Natuur en Milieu en Greenpeace dagen het Ctgb voor de rechter, zo werd vrijdag bekend. Ze vinden dat het college een beslissing om het omstreden middel voor zich uit schuift.

Het boek "Disaster in the Making" van Henk Tennekes van 2010 wordt ondersteund door een recent rapport van EASAC

Politici en wetenschappers staren zich in het debat over de zogenoemde 'neonicotinoïden' - een veel gebruikte groep gifstoffen voor de landbouw - te veel blind op het wel en wee van de honingbij. Er is groeiend bewijs dat juist andere onschuldige insecten en zelfs vogels ernstige schade van deze gifstoffen ondervinden. Dat schrijft het hoogste onafhankelijke wetenschapsorgaan van Europa, de koepel van wetenschapsacademies van 29 landen EASAC, in een advies aan de Europese Commissie. Die had de EASAC gevraagd om de kennis over de insectendodende neonicotinoïden nog eens goed en eerlijk op een rij te zetten. De uitkomst liegt er niet om: op basis van ruim honderd recente studies stelt het orgaan dat er 'duidelijk wetenschappelijk bewijs is' dat ook zeer lage doses neonicotinoïden schadelijk zijn voor soorten waartegen ze helemaal niet zijn bedoeld. Bovendien is er steeds meer bewijs dat de gifstoffen 'ernstige negatieve effecten' hebben op soorten als kevers, vliegen en hommels.

De weidevogels verdwijnen uit de met neonicotinoïden verontreinigde Bommelerwaard

De weidevogels in de Bommelerwaard hebben het moeilijk, zo concluderen de leden van de projectgroep Weidevogelbescherming van De Capreton. Niet alleen in de Bommelerwaard, ook de cijfers in de provincie Gelderland laten een dalende lijn zien. De tendens is een krimp met 5 procent per jaar. Onderzoekers van de Universiteit Leiden hebben een langjarig landelijk overzicht van de waterkwaliteit gepubliceerd. Het oppervlaktewater in en om de Bommelerwaard blijkt een grote verscheidenheid aan bestrijdingsmiddelen te bevatten. De afgelopen jaren zijn er steeds rond de 70 verschillende bestrijdingsmiddelen per jaar in het water aangetroffen. De samenstelling van de aangetroffen stoffen is vrij constant over de jaren. Carbendazim, mecoprop, bentazon, diuron, imidacloprid, isoproturon, tolclofos-methyl en aminometylfosfonzuur (AMPA, een afbraakproduct van glyfosaat) zijn stoffen die het meest worden aangetroffen. Deze stoffen, met name imidacloprid, vormen een dodelijke bedreiging voor insecten, die onmisbaar zijn bij de voortplanting van weidevogels.

Sharon Dijksma voert aangenomen Kamermoties voor verboden op neonics, glyfosaat, fungiciden en metam-natrium niet uit

In de afgelopen 2 jaar kreeg de Partij voor de Dieren een meerderheid van de Kamer aan haar kant, om de gevaarlijkste gifstoffen van de Nederlandse akkers en winkelschappen te weren.
• De neonicotinoïden, die een belangrijke bijdrage leveren aan de zorgwekkende bijensterfte, wil dit parlement in Europees verband aanpakken, maar omdat dat niet gaat gebeuren in de nabije toekomst, wil zij ook een volledig nationaal moratorium op dit gif.
• Het parlement wil dat glyfosaat niet alleen niet meer gebruikt mag worden door gemeenten, maar ook niet door particulieren.
• Een meerderheid van de Kamer wil dat 5 schimmelbestrijdingsmiddelen die verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van resistente schimmelziektes bij mensen, niet meer gebruikt mogen worden.
• Metam-natrium, een grondontsmettingsmiddel dat een giftig gas vormt en waar verschillende
gevaarlijke incidenten mee zijn gebeurt de afgelopen jaren, moet volgens een meerderheid
van de Kamer uitgebannen worden.
Deze aangenomen moties om de mens, milieu en de biodiversiteit te beschermen tegen gevaarlijke gifstoffen, worden echter niet uitgevoerd door de regering. Het kabinet zegt dat uitvoering juridisch onmogelijk zou zijn, omdat er volgens haar in geen van de gevallen genoeg wetenschappelijk bewijs is dat de middelen zo schadelijk zijn, dat ze niet gebruikt mogen worden. In een Kamerbrief van 30 maart 2015 bevestigt staatssecretaris Sharon Dijksma geen aanleiding te zien om de kabinetsreactie dat de moties niet uitvoerbaar zijn te herzien.

Gemanipuleerde studie van de Britse overheid toont aan dat neonicotinoïden in veldconcentraties schadelijk zijn voor bijen en hommels

Afgelopen week werd een schandaal over de neonicotinoïden beschreven in de Britse media, onder andere in de Guardian en Nature. Het verhaal gaat dat het milieu ministerie van de Britse regering, Defra, wist dat er correlaties waren tussen neonicotinoïden en de gezondheid van hommels in de gegevens van een belangrijke studie die zij in opdracht hadden gegeven bij de Food and Environment Research Agency (Fera), maar toeliet dat Fera de gegevens manipuleerde om de correlaties te verwijderen, en vervolgens een Defra beleidsdocument bekend maakte dat een eerder uitgesproken positie voor het behoud van deze pesticiden van minister Owen Paterson ondersteunde. Een heranalyse van de Fera gegevens door Prof Dave Goulson van de universiteit Sussex laat zien dat de gegevens niet alleen verkeerd werden geïnterpreteerd, maar dat de conclusie van het Fera onderzoek had moeten zijn dat de studie in feite sterke aanwijzingen leverde voor een groot aantal schadelijke effecten van neonicotinoïden op de gezondheid van bijenvolken, en met name dat een besmetting van voedselbronnen met het neonicotinoide insecticide clothianidin in concentraties lager dan 0,3 ppb (microgram per kilogram) grote schade kan toebrengen aan hommels (minder groei en koninginnen). Goulson's analyse wordt ondersteund door een recente in Nature gepubliceerde risico analyse die aangeeft dat 0,25 ppb imidacloprid binnen de levensverwachting van bijen een dodelijke werking heeft. Dergelijke concentraties zijn een grootte orde lager dan de concentraties die in het veld werden gemeten.

De insectivore vogels gaan ten onder aan het insectengebrek in de Nederlandse duinen

Het lijkt er op dat na de Grauwe Klauwier de Tapuit (Oenanthe oenanthe) hard op weg is uit de Nederlandse duinen te verdwijnen. Er is een belangrijke verschuiving in de entomofauna van grote naar kleine insecten. Voor de Grauwe Klauwier (Lanius collurio) is deze verschuiving in het prooiaanbod desastreus gebleken en hij is vrijwel geheel verdwenen uit de duinen. In Zuid-Kennemerland verdween de Grauwe Klauwier al in de jaren ’60 als broedvogel. In de jaren ’70 broedden er nog enkele duizenden paren Tapuiten in Nederland (ca 235 paar in Zuid-Kennemerland), in 2005 is het aantal broedparen teruggelopen tot maximaal 250-300 paartjes in heel Nederland. Momenteel herbergt alleen het Noordhollands Duinreservaat bij Castricum nog een populatie van betekenis (13 paar in 2008).

De weidevogels worden weggevaagd uit het met imidacloprid verontreinigde Laag Holland

Het Nationaal Landschap Laag Holland is een uniek- oer Hollands landschap tussen de steden Alkmaar, Hoorn, Amsterdam en Zaanstad. Weidevogels vormen een belangrijke landschappelijke kwaliteit van het Nationaal Landschap Laag Holland. In verschillende gebieden komen uitzonderlijk hoge dichtheden van grutto, tureluur, scholekster en kievit voor, terwijl in andere gebieden vooral kievit en scholekster opvallen. Voorts zijn er gebieden die gekenmerkt worden door het voorkomen van exclusieve soorten als kemphaan, watersnip, gele kwikstaart en zomertaling. Laag Holland behoort ook tot gebieden met oppervlaktewatervervuiling met het voor insecten uitzonderlijk giftige imidacloprid. Insecten zijn van levensbelang voor de voortplanting van weidevogels. Sinds de invoering van imidacloprid in de jaren negentig is er sprake van schrikbarende achteruitgang van weidevogels in Laag Holland. De afname van de weidevogelstand is landelijk gezien het sterkst in het westen waar de milieuvervuiling met imidacloprid bijzonder extreem is. Na 2000 is de afname in de laagveengebieden in Noord- en Zuid-Holland 13 procent per jaar. Een teruggang in dit tempo betekent een halvering in een tijdsbestek van 5 jaar. Het is vrijwel onmogelijk causaliteit met insectenkiller imidacloprid aan te tonen, maar de navolgende cijfers over de achteruitgang van weidevogels in Laag Holland zijn reden genoeg het voorzorgsbeginsel toe te passen en de toelating van dit milieuverontreinigende bestrijdingsmiddel onmiddellijk in te trekken.