Natuurbehoud vereist een radicale ommekeer naar niet-chemische plaagbeheersing en duurzame gifvrije landbouw

Bijen en andere bestuivende insecten - essentiële schakels in onze voedselproductie - lopen ernstig gevaar door bestrijdingsmiddelen. Dat blijkt uit een studie van de European Food Safety Authority (EFSA)[1]. Ongeveer een derde van de voedselgewassen is direct afhankelijk van bestuiving door onder andere bijen[2]. Het gaat slecht met honingbijen, wilde bijen en hommels in Nederland en Europa. De drie zogenaamde neonicotinoiden worden al jaren door wetenschappers aangewezen als voorname oorzaak. Dit zijn bestrijdingsmiddelen waarmee boeren plaaginsecten zoals bladluizen van hun gewassen weren. Bijen en hommels zijn daarbij onbedoeld slachtoffer. Een in 2013 ingesteld gedeeltelijk verbod heeft te weinig effect gehad op de toepassing van de pesticiden. In Nederland mag 85 procent van het gebruik van de stoffen gewoon blijven doorgaan, zo bleek uit eerder onderzoek door het Centrum voor Landbouw en Milieu[3]. Zo is het toegestaan fruitboomgaarden na de bloei te sproeien, het middel in kassen of bij de aardappelteelt te gebruiken, ondanks dat wetenschappelijk vaststaat dat deze praktijk de natuur om zeep helpt. Daarnaast bedingen sommige EU landen uitzonderingen op het deelverbod – zoals recentelijk Groot Brittannië voor behandeling van koolzaad[4].

Campagneleider landbouw Herman van Bekkem van Greenpeace: ”EFSA stelt vast wat een overweldigende hoeveelheid wetenschappelijke studies eerder concludeerden: neonicotinoiden zijn een serieuze bedreiging voor bijen, hommels en wilde bijen en de toekomst van onze landbouw. De Europese Commissie moet de bestaande deelverboden op deze middelen uitbreiden en al het gebruik van deze gevaarlijke gifstoffen verbieden. Gifvrije alternatieven bestaan, zijn in de praktijk bewezen en Europese boeren moeten worden aangemoedigd deze te gebruiken.”

Greenpeace publiceerde eerder verschillende wetenschappelijke studies over de mogelijkheden voor landbouw zónder bestrijdingsmiddelen [5,6]. Inzet van bloemrijke akkerranden, die nuttige insecten aantrekken die een handje helpen in de onderdrukking van plagen, pheromonen om plaaginsecten te misleiden, en meer diversiteit op en rond akkers zijn kansrijke en in de praktijk bewezen methoden die het gebruik van neonicotinoiden overbodig maken. Overheden zouden moeten investeren in niet-chemische plaagbeheersing en de ontwikkeling naar duurzame gifvrije landbouw moeten stimuleren.

EFSA beoordeelde de veiligheid het spuiten van de bestrijdingsmiddelen thiamethoxam (geproduceerd door Syngenta) clothianidine en imidacloprid (beide geproduceerd door Bayer) en concludeerde dat ‘risico’s voor bijen en andere bestuivende insecten is vastgesteld of niet kunnen worden uitgesloten. In de nieuwe beoordeling wijst EFSA op serieuze kennistekorten over de gevolgen van deze middelen, bijvoorbeeld voor hommels en solitaire bijen.

[1] EFSA beoordeling: “Neonicotinoids: foliar spray use confirmed as a risk to bees”.
[2] Kremen C, et al (2007) Pollination and other ecosystem services produced by mobile organisms: a conceptual framework for the effects of land-use change, Ecology Letters, 10: 299-314; and Greenpeace (2013) Bees in decline. A review of factors that put pollinators and agriculture in Europe at risk, April 2013.
[3] CLM (2013) Toepassingen, gebruik en verbod van drie neonicotinoïden in de Nederlandse land- en tuinbouw, Juni, 2013
[4] The Guardian (2015) EU suspends ban on pesticides linked to serious harm in bees, Juli 2015.
[5] Greenpeace (2015) The bitter taste of Europe’s apple production and how ecological solutions can bloom, Juni 2015.
[6] Greenpeace (2014) Plan BEE, living without pesticides, mei 2014

Bron: Blik op Nieuws, 26-08-2015
http://www.blikopnieuws.nl/2015/231821/verbod-op-bestrijdingsmiddelen-m…