In de EU zijn honderden bestrijdingsmiddelen toegelaten waarvan de risico's niet goed in kaart zijn gebracht

De Europese Commissie (EC) heeft jaren te makkelijk nieuwe bestrijdingsmiddelen op de Europese markt toegelaten, zonder dat er harde gegevens bekend waren over de veiligheid voor dier, mens en milieu. Het ging onder meer om neonicotinoïden, pesticiden die in opspraak kwamen omdat ze dodelijk zijn voor meer dieren dan waarvoor ze mogen worden gebruikt. Volgens de Europese ombudsman Emily O'Reilly heeft het EU-directoraat-generaal voor gezondheid en voedselveiligheid (DG Sanco) in strijd met Europese richtlijnen middelen toegelaten waarvan de risico's onvoldoende bekend waren. O'Reilly spreekt van onwettige praktijken. Zij concludeert dat na een klacht die PAN Europe, het Pesticide Action Network, dat 600 milieuorganisaties vertegenwoordigt, in 2012 indiende. De ombudsman kan geen sancties opleggen. DG Sanco voerde in 2005 een werkwijze in die het fabrikanten van bestrijdingsmiddelen mogelijk maakt hun producten al op de markt te brengen zonder de vereiste risicostudies. Die onderzoeken, zoals dierproeven, mochten ze achteraf inleveren. Volgens Hans Muilerman van PAN is dat maar mondjesmaat gebeurd. PAN publiceerde in 2012 een rapport waaruit bleek dat de nieuwe werkwijze bijna standaard werd toegepast, in strijd met de eigen Europese richtlijnen. "De Europese ombudsman heeft ons op veel punten gelijk gegeven. Dit misbruik van Europese regels is al tien jaar aan de gang. Er zijn honderden middelen toegelaten waarvan de risico's voor vogels, zoogdieren en oppervlaktewater niet goed in kaart zijn gebracht."

DG Sanco was aanvankelijk volgens Muilerman niet van plan de werkwijze te veranderen. Uit recent onderzoek van PAN Europe bleek dat in 2014 en 2015 in bij 22 van de 25 aanvragen voor marktintroductie van nieuwe bestrijdingsmiddelen, de versnelde werkwijze was toegepast.

Volgens de ombudsman is het in de aflopen jaren voorgekomen dat DG Sanco pesticiden toeliet op de markt, terwijl de Europese voedselveiligheidsautoriteit Efsa zich bezorgd toonde over de hoge risico's van die middelen. O'Reilly schrijft in haar rapport dat 'het moeilijk te begrijpen is hoe de Commissie legitiem kon besluiten dat deze middelen geen schadelijk effect of geen onaanvaardbare invloed op het milieu hebben'.

Muilerman noemt als voorbeeld de toelating van het middel Pyridaben, een insecticide dat in de glastuinbouw wordt gebruikt. Dit middel werd door de Nederlandse toelatingsautoriteit Ctgb beoordeeld en ook toegelaten. Het insecticide blijkt zeer giftig voor waterorganismen, zoogdieren en bijen. DG Sanco oordeelde dat er 'geen onacceptabele effecten op het milieu zijn'.
Bron: Trouw, 23-02-16
http://www.trouw.nl/tr/nl/4332/Groen/article/detail/4249823/2016/02/23/…