De boerenlandvogels verdwijnen in een pijlsnel tempo

Het aantal boerenlandvogels zoals veldleeuwerik en patrijs blijft achteruit hollen. BirdLife International houdt de stand bij van in totaal 37 soorten boerenlandvogels, zoals veldleeuwerik, patrijs, geelgors Emberiza citrinella en graspieper. Deze 37 samen laten een achteruitgang zien van 52% sinds 1980, in totaal gaat het om ruim 300 miljoen minder vogels. In de Top 10 van de snelste dalers staan verschillende kenmerkende soorten van het Nederlandse boerenland, zoals patrijs Perdix perdix (66% afname in Europa, 95% afname in Nederland), grutto Limosa limosa (55% afname in Europa, 60% afname in Nederland), graspieper Anthus pratensis (51% afname in Europa, 50% afname in Nederland) en kneu Carduelis cannabina (49% afname in Europa, 50-75% afname in Nederland).

Daarnaast nemen ook andere soorten sterk in aantal af, navolgend de afname in Nederland: Tureluur Tringa totanus en Torenvalk Falco tinnunculus 50%, Kievit Vanellus vanellus 40%, Boerenzwaluw Hirundo rustica 50-75%, Zomertortel Streptopelia turtur 85%, Veldleeuwerik Alauda arvensis 90%. De populatie veldleeuweriken in Vlaanderen stortte sinds de jaren '70 volledig in met een achteruitgang van 95 procent. Ook de geelgors boerde sterk achteruit. Sinds 1980 daalde de populatie met 42 procent in Europa en met 60 tot 70 procent in Vlaanderen. Intensivering van de landbouw is de belangrijkste oorzaak van de achteruitgang van boerenlandvogels. Het veelvuldige gebruik van bestrijdingsmiddelen zoals insecticiden, fungiciden en herbiciden veroorzaakt een sterke achteruitgang van bloemen (en zaden), kruiden en insecten. Onmisbare voedselbronnen voor vogels (zaden en insecten) worden door de moderne landbouw dus zeer schaars, met name in de broedperiode. Het voortplantingssucces van boerenlandvogels is daardoor te gering om de populaties in stand te houden.

Populaties van boerenlandvogels in Europa zijn gedaald naar een dieptepunt. Dit blijkt uit de laatste gegevens van het Pan-European Monitoring Scheme. Hierin zijn tussen 1980 en 2009 populaties van 145 algemene vogelsoorten in 25 landen gemonitord. De resultaten laten zien dat boerenlandvogels het hardst achteruit gaan en dat ze de laagste aantallen ooit hebben bereikt.

Rond 1960 kwamen er nog zo'n 120 plantensoorten regelmatig voor op akkers in Nederland. Tegenwoordig zijn dat er nog maar twintig. Van de akkerplanten in Nederland zijn er maar liefst 75 bedreigd. Het gaat ook niet goed met insecten die zorgen voor de bestuiving van planten. Het aantal bijen in West-Europa is massaal afgenomen. Ook met hommels, vlinders, motten en zweefvliegen gaat het niet goed. Door de wederzijdse afhankelijkheid van planten en bestuivers ontstaat een neerwaarte spiraal die een verminderd aanbod van zaden en insecten voor vogels veroorzaakt.
Bronnen: Nieuwsbank, 13 juli 2012 en deze website
http://www.nieuwsbank.nl/inp/2012/07/13/T024.htm
http://www.boerenlandvogels.nl/content/de-top-tien-van-bedreigde-boeren…
Vlaams infocentrum land- en tuinbouw, 16 juli 2012
http://www.vilt.be/Tussen_1980_en_2010_halveerde_het_aantal_landbouwvog…